Jongens, wat hebben de makers van Zootopia zich geamuseerd. Op de gsm van het hoofdpersonage (een konijn) staat een wortel met een hap eruit, en ze gebruikt MuzzleTime in plaats van FaceTime om met haar ouders te praten. De bevolkingsteller van het konijnendorp stijgt sneller dan de Belgische staatsschuld. Er is een winkel die Bearberry heet. En ga zo maar door.
Het goeie nieuws is bovendien dat die knipoogjes en woordspelingen de kersjes op de slagroomtaart zijn. Geen probleem als je ze de eerste keer niet opmerkt, want de film is meer dan goed genoeg om er later nog een tweede keer aan te beginnen. Het trio in de regisseursstoel — enfin, op de regisseursbank — heeft onder meer Rapunzel en Wreck-It Ralph op het cv, en die ervaring voel je.
Zootopia snelt met gestrekt draf over het scherm, heeft meer kleuren dan de staart van een pauw en doet je gieren als een hyena. Bovendien lukt het hem om de moraal van het verhaal niet door een megafoon naar het publiek te schreeuwen, wat je lang niet van alle Disney-films kan zeggen.
Jammer van die onuitstaanbare Shakira-song, maar een mens kan niet alles krijgen.