Deze duivelse trilogie schetst de portretten van personages die in verschillende trafieken terechtkomen of er al hun hele leven in vastzitten: drugs, prostitutie, wapens... "Easy Money" (Snabba cash).
In deze illegale werelden zijn er natuurlijk geen regels, geen vrienden en geen vertrouwen; alleen het geld overheerst, en het recht van de sterkste (de meest gewelddadige). Intelligentie speelt niet altijd een rol...
dit is was JW ontdekt, een ambitieuze student die blut is maar zich al bluffend een weg probeert te banen naar de hoge bourgeoisie. Om aan geld te komen, rijdt het met de taxi. Op een dag stelt zijn baas hem een erg goed betaalde maar gevaarlijke job voor. Hierdoor komt hij in contact met de Latijns-Amerikaanse Jorge, die de wereld van de drugs kent en zelf wordt achtervolgd door een gevaarlijke Servische chef, Radovan, en diens sergeant Mrado.
Deze wegen van deze antihelden zullen elkaar voortdurend kruisen, in slechte en slechtere tijden. Toen we het eerste luik van deze Zweedse trilogie bekeken (die iets weg heeft van Pusher van Winding Refn), kregen we onmiddellijk het gevoel dat we met een massief en krachtig werk te maken hadden. Het heeft iets weg van een cinematografische trip. Maar jammer genoeg zijn de vervolgfilms helemaal niet zo geweldig. Ze sluiten op een chaotische en verwarde manier een cyclus af die een meesterwerk had kunnen zijn... maar die nu gewoon prettig is om naar te kijken, zonder meer.