Steven Spielberg mag dan Transformers hebben geproduceerd, hij staat ver van de Michael Bay-cinema waarin een shot geen betekenis heeft. Bij Spielberg betekent een shot wel heel wat. De kaders, de camerahoek, de lens, de belichting en de positie van de acteurs drukken iets uit.
En Steven laat zijn shots ook ademen. Vandaar dat zijn cinema anno 2015 vrij traag overkomt. Dit maar om te zeggen dat Bridge of Spies onvervalste old school-cinema is waarin dialogen iets betekenen, subtext aanwezig is en alle verhaallijnen netjes worden afgerond. Bridge of Spies is echter geen tragische analyse van Koude Oorlog-absurditeiten zoals The Spy who came in from the Cold. De prent neigt meer naar een Frank Capra-tragikomedie waarin de Koude Oorlog-absurditeiten soms pijnlijk grappig zijn. En dus past Tom Hanks als moderne James Stewart daar perfect in en was het een prima idee om Joel en Ethan Coen aan de dialogen te laten sleutelen. Interessant is ook dat Spielberg er een licht subversief sausje aan toevoegt. Zo blijkt de grote boef in de film, fenomenaal vertolkt door Mark Rylance, uiteindelijk een tragische held te zijn.
De enige momenten waarin Spielberg en zijn mensen een steekje laten vallen is in het slot. Ze kunnen er niet aan weerstaan om Hanks zijn (overbodig) heroïsch eindshot te geven.