Synopsis
Temidden van een zware winterse storm vallen bij de bonte kermiskramer Ursus twee verdwaalde weesjes binnen in zijn woonwagen. Gwynplaine, een jongen gemerkt door een litteken rond zijn mond waardoor hij eeuwig lijkt te lachen; en Déa, een blind meisje. Enkele jaren later schuimen ze met z'n drieën de wegen af op zoek naar geschikte locaties waar ze hun spektakel kunnen vertonen. Ster van de show is steeds Gwynplaine die ondertussen volwassen is geworden. Overal willen mensen deze "L'Homme qui rit" zien, hij brengt de mensen aan het lachen en ontroert ze. Dit succes opent voor de jongen de poorten naar faam en rijkdom, maar vervreemdt hem meer en meer van de enige mensen die steeds van hem hebben gehouden zoals hij echt is: Déa et Ursus.