Zou een film die de waarde van multiculturaliteit bezingt meer de nadruk moeten leggen op creativiteit? Tenslotte is het de bedoeling dat de culturen die met elkaar in aanraking komen iets van elkaar leren en daar beter van worden.
Begrijp me niet verkeerd: wat ik net heb uitgelegd, is precies de onderliggende -- en niet geweldig diep onderliggende -- betekenis van The Hundred-Foot Journey. Net als in de oorspronkelijke roman van Richard Morais zien we hoe een familie uit Mumbai in een klein Frans dorpje arriveert, daar een Indisch restaurant opent en in aanvaring komt met de chique eetzaak aan de overkant.
Hoe dat verder gaat, kan je ongeveer op een servetje samenvatten, en op dat vlak kan je de film wel een gebrek aan vindingrijkheid aanwrijven. De plot huppelt zonder veel zijsprongetjes naar de bestemming die feelgoodfilms als deze systematisch kiezen. Maar het geheime ingrediënt dat The Hundred-Foot Journey van onder zijn kokmuts haalt, is dat die voorspelbaarheid weinig uitmaakt. Zoals zo vaak gaat het veel minder om het gerecht dat je op je bord krijgt dan om het gezelschap dat mee aan tafel zit en de sfeer die gemaakt wordt. De familie Kadam is op alle gebied een bonte bende, met de onverstoorbare Papa voorop, en je geniet ervan om twee uur met hen mee te leven.