Jarenlang was Tilda Swinton de "grande dame" van de intellectuele Britse cinema, de muse van cineasten als Derek Jarman. Sinds de late jaren '90 voelt de Schotse actrice zich echter geroepen om nu en dan ook aan een Hollywoodproduct mee te werken. Zo was ze te zien in films als 'Adapatation', 'Broken Flowers' en 'Vanilla Sk'y en zowaar zelfs kaskrakers als 'Constantine' en 'The Chronicles of Narnia'. In 'Michael Clayto'n mag ze nu het scherm delen met George Clooney, als de zakenvrouw die het tot de hoogste echelons van een multinational heeft geschopt maar daarvoor haar geweten monddood moest leren maken.
Karen, jouw personage in 'Michael Clayton', is een zeer complexe vrouw. Hoe zou jij haar omschrijven?
Tilda Swinton: Als een brave meid, iemand die altijd heeft gedaan wat anderen van haar gevraagd hebben. Ze is een soldaat. Ze heeft dienst genomen bij een bepaald bedrijf en ze houdt zich trouw aan de ethiek die dat bedrijf voorschrijft. Ze is heel trots op haar job, zoals ze aan het begin ook zegt in de video die ze maakt om het bedrijf te promoten. Ze is vastbesloten om haar problemen zelf op te lossen en ze heeft niemands hulp nodig.
Zie je haar als een typisch Amerikaans product?
Tilda Swinton: O nee, je vindt mensen zoals zij overal op deze wereld. We houden onszelf enkel voor de gek als we denken dat het probleem zich tot de States beperkt. Elke dag hoor je wel van mensen die onmenselijke dingen doen en soms gaat het vrouwen. En vaak dragen ze hetzelfde kapsel en dezelfde outfit. (grijnst) Wat ik zo mooi vond aan het script van 'Michael Clayton' is echter dat hij verder probeert te kijken dan dat cliché van de slechterik. Meestal zie je in een film enkel hoe zo'n figuur zich verkneukelt in zijn crimineel gedrag. Hier tonen we ook hoe Karen paniekaanvallen krijgt en hoe ze zichzelf overtuigt om te volharden in haar boosheid.
Je bent zelf de dochter van een soldaat. Heb je daaraan gedacht?
Tilda Swinton: Absoluut. We moeten goed beseffen hoe geprivilegieerd wij zijn. Het is lang niet iedereen gegeven om in een mooie hotelkamer op het festival van Venetië over kunst te zitten praten. Wij kunnen ongehinderd onze mening uitdrukken en ontwikkelen. De meeste mensen in een bedrijf werken, en daar reken ik het militair apparaat bij, moeten doen wat hen opgedragen wordt. Ze worden aangemoedigd om hun eigen geweten opzij te schuiven.
Heb je specifieke research gedaan om je voor te bereiden?
Tilda Swinton: Ik heb een paar advocaten ontmoet. De conclusie die ik daaruit kon trekken, was dat de wereld die we in deze film laten zien wel degelijk bestaat en dat hij even ondoorzichtig en hallucinogeen als hij eruit ziet. Ze praten een taaltje dat ze volgens mij niet eens zelf begrijpen. Veel van die mensen zijn ook geobsedeerd door schoenen en dat soort dingen.
Had je dan nog nooit eerder met een advocaat gepraat?
Tilda Swinton: Weet je, ik voel me enorm fortuinlijk. Ik was de enige op de set die geen enkele persoonlijke ervaring had met advocaten. Op het feestje in Venetië stapte Harvey Weinstein, de grote filmmogul, op me af en zei (met bulderende stem) "Ik weet hoe advocaten zijn!" Dat zal wel, dacht ik. (lachje)
Je noemt jezelf een verkenner van de menselijke natuur. Zie je acteren als een manier om dat te doen?
Tilda Swinton: Het is in elk geval meer een zaak van nieuwsgierigheid dan van vakmanschap, denk ik. Ik ben absoluut actrice geworden omdat ik meer over mensen wou leren.
Seksualiteit is vaak een belangrijk aspect van je personages, de vraag wat typisch mannelijk of vrouwelijk is. Ben je al wat dichter bij de oplossing van dat raadsel?
Tilda Swinton: Ik wou dat ik ja kon zeggen maar het blijft een groot mysterie. In de films die ik met Derek Jarman heb gemaakt ging het er vaak om dat er geen verschil is tussen mannen en vrouwen maar toen ik mijn kinderen kreeg moest ik dat allemaal weer in vraag stellen. Ik heb namelijk een tweeling, een jongen en een meisje, en je merkt meteen dat er een verschil is. Zelfs als ze naakt zijn en achttien maanden oud. Eén van hen neemt een stuk zeep en doet "Broem, broem, broem," en de andere is geïnteresseerd in mensen. (lacht) Eigenlijk zijn ze een voortdurend laboratoriumexperiment.
Komen ze met je mee als je op een filmset staat?
Tilda Swinton: Heel soms, maar ze vinden het eigenlijk niet zo plezierig. Ze weten niet goed waarmee ik mijn geld verdien. Meestal zitten ze ergens in een boom. Maar onlangs gingen ze bij een vriendje spelen en toen ze terug thuis kwamen, bleken ze heel kwaad op mij. "We hebben een film gezien," vertelden ze, "en Bill deed erin mee!" Dat was Bill Murray, met wie ze letterspelletjes hadden gespeeld in een motel in New Jersey. Ik heb hen moeten uitleggen dat Bill een acteur was en in films acteert. "Dat heb je ons nooit verteld," zeiden ze verontwaardigd. "Maar wat dacht je dan dat we daar deden in New Jersey, toen ik hem keer op keer van de veranda duwde en Jim Jarmusch dat allemaal stond te filmen?" antwoordde ik. "We dachten dat jullie aan het spelen waren," zeiden ze. Ze snappen het nog niet goed. Het enige wat ze al gewoon worden, is dat hun moeder soms een pruik opzet en andere kleren aantrekt.
Je zit binnenkort in 'Burn After Readin'g, de nieuwe van de Coens. Heb je dat te danken aan George Clooney, die dan al voor de derde met de gebroeders samen werkt?
Tilda Swinton: Goeie vraag. We zullen zien hoe de film uitdraait. Misschien dat George achteraf wel de eer zal willen opstrijken.
George Clooney zei ons dat hij kop noch staart krijgt aan het script van 'Burn After Reading'. Jij wel?
Tilda Swinton: Ik zal het hem eens moeten uitleggen, denk ik. 'Burn After Reading' is een potsierlijke komedie, zo'n typische klassieke Coen-film over een bende onhandige en idiote knoeiers die niets anders doen dan fouten maken, die trachten recht te zetten en enkel nog meer fouten maken. Deze keer speelt het zich af in Washington DC. Meer moet je er niet achter zoeken, denk ik.
Brad Pitt speelt ook mee in die film, wat betekent dat je twee keer op rij met hem op de set staat. Eerst is er namelijk nog de nieuwe David Fincher, 'The Curious Case of Benjamin Button'. Wat mogen we daarvan verwachten?
Tilda Swinton: Ik denk dat het iets heel bijzonders wordt, zeker op technisch vlak. De film is gebaseerd op een kort verhaal van F. Scott Fitzgerald over een man die oud geboren wordt en steeds jonger wordt. Ik speel zijn eerste liefde. Het was in elk geval heel aangenaam om te maken. David staat bekend als een heel precieze en nauwkeurige regisseur en omdat hij de film volledig digitaal heeft gedraaid, ging dat veel makkelijker dan anders. Hij hoefde immers niet de hele tijd te stoppen maar kon gewoon verder filmen. En daardoor voel je je ook veel vrijer en minder nerveus.
Je hebt een ongewone carrière achter de rug in die zin dat je pas een paar jaar geleden bent opgedoken in films voor een breder publiek. Was dat een bewuste keuze?
Tilda Swinton: Heel bewust. Toen ik twintig was, heb ik het soort romantische rollen waar jonge vrouwen voor gekozen worden altijd zorgvuldig vermeden. Ik ben zo lang mogelijk onder de radar gebleven. Ik kon namelijk niet wachten tot ik 40 was. (ziet me vreemd kijken) Serieus. Ik zou me met mijn vrienden amuseren tot ik een jaar of 40 was en dan zou ik de moed kunnen opbrengen om naar buiten te treden.
Nochtans hoor je actrices voortdurend klagen dat er geen goeie rollen zijn voor vrouwen van boven de 35.
Tilda Swinton: Ik weet het. Ik hoor die klachten ook vaak. Maar ik heb er in elk geval geen last van. Ik weet dat vrouwen van mijn leeftijd en ouder wel degelijk interessant zijn en ook interessant gevonden worden. En ik weiger te geloven dat het enkel een kwestie van geluk is. Ik ben toch niet zo uitzonderlijk? Misschien heeft het ermee te maken dat ik nog niet zo lang in grotere films mee speel en het publiek dus nog niet helemaal de buik vol heeft van mij. (lachje)
Knap van jou dat je op je twintigste al zoveel gezond verstand kon opbrengen.
Tilda Swinton: Ik weet niet wat het was. Een bizar instinct, denk ik. Ik was ook nooit een klassiek knap snoetje, laten we eerlijk zijn.
Daar geef ik liever geen antwoord op, als je het niet erg vindt.
Tilda Swinton: Het was een retorische vraag. (lacht)