Zoals verwacht zat ik er dus weer grandioos naast met mijn pronostiek. Al is het palmares achteraf bekeken toch niet zo verrassend als je zou denken.
Ik was namelijk een belangrijk element uit het oog verloren: het gewicht van de juryvoorzitter. En die heette dit jaar James Schamus, in het dagelijks leven vooral bekend als de vaste schrijf- en productiepartner van Ang Lee. In die hoedanigheid is hij een grote liefhebber van het Oosten in het algemeen en Chinese cultuur in het bijzonder geworden. Anders schrijf je geen dingen zoals The Wedding Banquet, Crouching Tiger Hidden Dragon of Lust Caution.
De Gouden Beer plus prijs voor beste mannelijke hoofdrol voor de Chinese genrefilm Black Coal, Thin Ice, de prijs voor buitengewone artistieke bijdrage voor Blind Massage (ook Chinees) en de prijs voor beste vrouwelijke hoofdrol voor het Japanse drama The Litte House komen dus niet helemaal uit de lucht gevallen. Waarmee ik overigens niets wil zeggen over hun respectieve kwaliteiten. Meer zelfs, ik zal Black Coal, Thin Ice een tweede kans gunnen als hij ergens in België te zien is. De twee beste Amerikaanse films in competitie, The Grand Budapest Hotel en (mijn favoriet) Boyhood vielen ook in de prijzen, wat door mijn collega’s op verdacht meer applaus werd onthaald als de Oosterse winnaars. Maar dit geheel terzijde.
Wel een merkwaardige onderscheiding is de Alfred Bauer-prijs voor Aimer, boire et chanter van Alain Resnais. Zoals zijn volledige omschrijving uitlegt, is die zilveren beer immers bedoeld voor een film die nieuwe perspectieven opent. En dat klinkt ietwat vreemd als je weet dat meneer Resnais de 90 intussen voorbij is. Dat een cineast van zijn gevorderde leeftijd nog bekroond wordt om zijn vernieuwende werk kan je op zijn minst een statement noemen. Of hij steek houdt, kan ik helaas bevestigen noch ontkennen. De films van Alain Resnais lokken doorgaans heel uiteenlopende reacties uit en de voorbije keren kreeg ik het enorm op mijn heupen van zijn literaire en geforceerd speelse stijl. Toen ik merkte dat ik hier geen plaats kon vrijmaken in mijn werkschema voor Aimer, boire et chanter was ik daar eerlijk gezegd niet rouwig om.
Na twee weken filmfestival is het trouwens hoog tijd voor andere lucht. Ik heb van de gelegenheid geprofiteerd om een ticket te kopen voor de remake van RoboCop, die al in de Duitse zalen speelt. En zo’n portie goed gemaakte en ongegeneerde popcorncinema (die toch niet helemaal hersendood is) deed geweldig deugd.