Het interessante aan The King’s Garden (A little Chaos) is de filosofische laag. De beroemde tuinarchitect van Lodewijk XIV, André Le Nôtre (Matthias Schoenaerts), staat voor alles wat orde is. Zelfs zijn weinig benijdenswaardig privéleven is georkestreerd.
Maar Le Nôtre gaat in zee met zijn minder bekende (en fictieve) evenknie en het eigenlijke hoofdpersonage Sabine De Barra (Kate Winslet), die symbool staat voor chaos en die kampt met een trauma. Die twee komen samen om een deel van de beroemde tuin van Versailles te ontwerpen, maar hun tegenstelling zorgt niet voor een conflict, maar voor een helende werking. Het destructieve komt van de buitenwereld die enkel orde ziet in het behouden van een conservatieve toestand. Tot daar het goede nieuws. Het is begrijpelijk dat Winslet en Schoenaerts die project hebben willen doen en ze leveren uitstekend werk af. Maar het script heeft problemen. Er schort wat aan het ritme van de film en bepaalde scenario-ingrepen zijn te gemakkelijk en dus ongeloofwaardig. Maar daarnaast glijdt het achtergrondverhaal van De Barra af naar een geforceerd melodrama, waardoor het einde stevigheid mist.
Misschien stond Rickman te dicht bij het verhaal, waardoor hij de problemen niet meer zag. Spijtig, want dit had een bijzondere film kunnen worden.