Synopsis
Augustus 1998, Ierland maakt zich klaar voor het Goede-Vrijdagreferendum over de vrede. Een kleine groep dissidenten van het Provisional IRA – de Real IRA - wil het vredesproces boycotten. Ze plannen een uiterst bloedige, rampzalige bomaanslag in de hoop dat de verstandhouding tussen Londen en Dublin op de helling wordt gezet, unionisten zich terugtrekken uit het vredesproces en Noord-Ierland opnieuw in een spiraal van geweld belandt. Ze kiezen hun doel zorgvuldig: Omagh, een klein marktstadje waar katholieken en protestanten al 30 jaar vreedzaam samenleven. De bom kost het leven aan 31 mensen, verwoest het stadje en laat een eeuwig litteken na. "Omagh" beschrijft de gebeurtenissen en de nasleep van deze tragische dag en belicht vooral de strijd voor gerechtigheid van de Omagh Self Help and Support Group (met familieleden van de slachtoffers) die vastberaden op zoek gaat naar de waarheid. Hun geduldige en onverzettelijke campagne om de verantwoordelijken voor de bomaanslag voor de rechter te brengen en om politici en politiemannen aan beide kanten van de grens ter verantwoording te roepen kan niet anders dan respect afdwingen.