Synopsis
Ik, V. Swchwrm, negen jaar, wil schrijver worden. Niet 'zomaar' een schrijver, maar een Schrijver van Ongewone Boeken. Boeken Waar Mensen van Omvallen. Dat doe ik in het geheim, alleen mijn grootvader weet het. Want als je zoiets hardop zegt, word je het juist niet. Met mijn schrijfsels wil ik in de gunst raken van niemand minder dan de Koningin, die qua leed toch wel wat gewend is. Alleen de eerste zin, die alles zegt, die heb ik nog niet gevonden.