Martial arts. De kunst van het knokken. De term houdt op zich al in dat er artistieke kwaliteiten aan te pas komen. Maar ik heb een film zelden gezien die zo de voorrang gaf aan de kunstzinnige kant als The Assassin. Wat de Chinese regisseur Hou Hsiao-hsien — naar eigen zeggen al van kindsbeen een enorm fan van het genre — hier presenteert, verbaast en verwart tegelijk.
De film is strikt genomen een aaneenschakeling van uitgesponnen en bedachtzame scènes, opgeluisterd met verfijnde cultuur, fantastische kostuums, mooie decors, fraai natuurschoon en elegante acteurs. En o ja, nu en dan trekt er al eens iemand een mes om een ander de keel over te snijden. Het is niet alsof The Assassin geen actie bevat, maar in een flits zijn die momenten alweer voorbij.
Nu heb ik niets tegen cinema die de lat hoog legt, maar in dit geval is het alsof Hou Hsiao-hsien moedwillig zijn best doet om het de kijker zo lastig mogelijk te maken. Je hebt de indruk dat hij een hoop gefilmd heeft en vervolgens met de meest geslaagde scènes een verhaal probeer te construeren. Het resultaat is echter even helder als het Burgerlijk Wetboek.