Wat de filmvertoningen betreft, verloopt het festival van Cannes grotendeels volgens een vast stramien, zowel voor de pers als voor de mensen die opgetut in avondkledij de rode loper op paraderen voor de officiële vertoningen.
Wij journalisten beginnen er 's ochtends al om half negen aan en eindigen 'avonds met een film om tien uur. Het staat je natuurlijk vrij om screenings links te laten liggen, wat meestal ook noodzakelijk is.
Soms werkt het festival je echter zelf in nesten. Vandaag hadden ze we bijvoorbeeld om 8u30 de nieuwe film van Atom Egoyan, The Captive, die tot 10u30 duurde. Om 11u werd iedereen al meteen drie verdiepingen hoger verwacht voor de enige persvisie van The Salvation, een Deense western waarnaar reikhalzend werd uitgekeken. En die visie vond plaats in de Salle Bazin, een zaaltje waar nauwelijks een paar honderd man binnen kan. Omdat daar dus normaal gezien een ellenlange rij staat aan te schuiven, glipte ik een paar minuten voor het einde van The Captive de zaal al uit, zodat ik een kans maakte om een plaatsje te bemachtigen in de Bazin.
Niet nodig, zo bleek nu, want er stond nog geen kat te wachten. Diepe zucht, en niet van opluchting.