‘BXL’ is niet zomaar een dramafilm, maar een sociaal geëngageerde film. De regie is genuanceerd en boeit mateloos. Alleen in zijn finale verliest het scenario van de broers Hamou de pedalen en vervalt ‘BXL’ in een melodrama. Gelukkig kunnen we er toch heel wat uit leren.
De 26–jarige Tarek (Fouad Haji) doet aan Mixed Martial Arts en droomt van een carrière in Amerika. Zijn 12-jarige broer Fouad (Yassir Drief) heeft het niet gemakkelijk op school, maar kijkt zo hard op naar zijn grote broer dat hij jaar na jaar een spreekbeurt geeft over hem. Dan krijgt Tarek een aanbod uit de VS en komt de relatie tussen de broers op scherp te staan.
De eerste film - ‘BXL’ - van de broers Ish en Monis Ait Hamou (regisseurs) is bijzonder ambitieus. Ze tonen hun stad in al zijn schoonheid, maar ook al zijn ranzigheid. Ze vertellen een verhaal over hoe diep je kan vallen als je groot droomt en over hoe onderhuids racisme onze hoofdstad doordrenkt. Aan het eind heeft iedereen gelijk.
Micro-agressie
Op de tonen van Jacques Brel maakt een friturist een mitraillette - hét Brusselse broodje bij uitstek. Terwijl de jongen die de snack bestelde op zijn fiets door de stad snelt, passeren we typisch Brusselse gebouwen en taferelen, maar er verschijnen ook harde uitspraken op het scherm over “kutmarokaantjes” van politici die beter zouden moeten weten.
De broers Hamou verwerpen niet dat er problemen zijn. Ze verwerpen wel de eenzijdigheid van zulke uitspraken. De frustratie die bij Tarek en Fouad naar binnen sluipt komt niet uit het niets. Ze botsen herhaaldelijk op barrières waar hun witte collega’s en klasgenoten geen last van hebben. Kan je het ze dan kwalijk nemen dat ze uiteindelijk uitbarsten?
Zo heerst er een constante druk om zich te bewijzen als écht Belgen. Wanneer Fouad opnieuw in het Frans begint te praten, berispt Tarek hem: ‘En nu in het Nederlands.’ In de klas zucht de leerkracht nog voordat Fouad ook maar van zijn plek is gekomen. Niet al deze zaken worden elegant aangebracht - soms worden ze zelfs botweg benoemd - maar anderzijds is het belangrijk dat iedereen mee is in het verhaal.
Ondertussen klimmen Tareks witte collega’s zonder problemen op binnen de kartonfabriek, terwijl Tarek zich gedwongen ziet om lege dozen te blijven vouwen. Zo ook zijn de beloftes van de HR-medewerker lege dozen. Tarek krijgt niet zomaar een vast contract en elders komt hij in de problemen omdat hij “maar” een interimcontract heeft.
“Altijd hetzelfde met die gasten”
Als Tarek een contract krijgt aangeboden van een Amerikaanse manager komt zijn jongensdroom verrassend dichtbij. Maar zo hoog als zijn hoop is, zo diep valt hij wanneer blijkt dat het hem niet zomaar gegund is. Want om een visum te krijgen, moet hij door een slepende administratieve molen die “zijn soort” niet gunstig gezind is.
Thuis hoort hij van de leerkrachten op Fouads school dat zijn broertje problemen veroorzaakt. Als we vervolgens die momenten zien, dan blijkt dat er heel wat meer meespeelt dan Fouads “onhandelbare” gedrag. ‘Wat is dat toch met u?’ roept de leerkracht (Ruth Beckaert) uit wanneer het jongetje een woedeuitbarsting krijgt. Blijkbaar viel het haar niet meer op dat ze hem herhaaldelijk berispte nog voordat hij iets had gedaan.
Politie, uw vriend
De psycholoog van het CLB is een magere troost. Fouad neemt haar niet zomaar in vertrouwen. Misschien verwacht hij dat ze hem niet zou begrijpen. Langzaam wordt echter duidelijk dat de jongen met heel wat demonen worstelt.
Na de aanslagen in Zaventem, stormde de politie gewelddadig bij Fouad en Tarek binnen. Later bleek dat ze zich vergist hadden van huis. Toch liet dat moment een blijvende indruk na op de jonge Fouad. ‘Ik ben bang dat ze terugkomen…’ zegt hij en niemand kan hem gerust stellen.
Maar ook in het dagelijks leven geeft het blauw op straat de broers geen veilig gevoel. Te pas en te onpas vragen agenten stellig om Tareks identiteitskaart. De reactie van de politie op de foutgeparkeerde auto is op zijn zachtst gezegd disproportioneel. Het is zowel verfrissend als confronterend om Amerikaanse toestanden te zien afspelen in onze eigen hoofdstad.
Daardoor begrijp je waarom Fouad en Tarek elke politiewagen met argusogen in de gaten houden. Toen ik zelf buiten kwam bij de screening van ‘BXL’, stond er een combi aan de overkant van de straat geparkeerd. De zwaailichten riepen plots een ander gevoel bij me op dan ik gewend was.
Een harde conclusie
Alleen jammer dat de finale zo bruusk is en zo weinig aan de verbeelding overlaat, terwijl de voorgaande scènes zo ambigu waren. Met flashbacks probeert het scenario een emotionele samenvatting te geven van onvervalste broederliefde, maar eigenlijk zagen we dat al doorheen de rest van de film. De conclusie is nodeloos hard, de nuance vervliegt.
Maar met ‘BXL’ brengen de broers Hamou de keiharde realiteit van racisme naar de cinemazaal. Het is zowel een verfrissende inkijk in onze hoofdstad als een sterk pleidooi voor empathie. Toenadering zal van twee kanten moeten komen en deze film is een goed begin.
De bedenkingen van de broers Hamou komen immers niet uit het niets. Integendeel, dit is Brussel of we nu willen of niet: een “Hellhole” om trots op te zijn.