Synopsis
De Pevensie kinderen –Peter, Susan, Edmund en Lucy- komen wederom op magische wijze vanuit Engeland in de wereld van Narnia terecht. Daar wacht hen een spannend en gevaarlijk nieuw avontuur, dat hun hoop en moed meer op de proef stelt dan ooit tevoren.
Eén jaar na de fantastische avonturen uit de " De Leeuw, de Heks en de Kleerkast", keren de Koningen en Koninginnen van Narnia terug naar het verre wonderlijke koninkrijk, waar ze tot de ontdekking komen dat er al meer dan 1300 Narnia-jaren zijn verstreken.
Tijdens hun afwezigheid is er een einde gekomen aan De Gouden Eeuw van Narnia. Narnia is veroverd door de Telmarines en is nu bezet door Koning Miraz, die het land regeert zonder genade.
De vier kinderen ontmoeten al snel een nieuw intrigerend personage: Narnia's gerechtvaardige erfgenaam op de troon, de jonge Prins Caspian. De prins wordt gedwongen zich schuil te houden voor zijn oom Miraz, die hem wil vermoorden om zo zijn eigen zoon op de troon te plaatsen.
Met hulp van de vriendelijke Rode dwerg, van "Reepicheep" (een dapper pratende muisje), de das "Trufflehunter" en de Zwarte Dwerg "Nikabrik" vangen de Narniërs, geleid door Peter en Caspian, een ongelooflijke tocht aan om Aslan te vinden en Narnia te redden uit de klauwen van Miraz. Zo trachten ze de magie en glorie van het land van Narnia te herstellen ...