Jep Gambardella is al sinds jaar en dag de koning van de jetset in Rome en bekijkt de wereld met een cynische blik.
Hij leeft van feest tot feest - mondaine avondjes met "vrienden" die vaak uitmonden in afrekeningen, dwaze happenings voor een zorgvuldig gekozen publiek - en verveelt zich hoe langer hoe meer. Zeker omdat hij zijn leeftijd begint te voelen.
Op 65 jaar leeft Jep nochtans van zijn pen als journalist. Zijn specialisatie: interviews die uitdraaien op bijtende portretten. Maar hij denkt meer en meer terug aan zijn carrière als schrijver, die hij heeft links heeft laten liggen na een eerste roman die een klassieker is geworden. Jep zou terug willen gaan naar deze pure staat en iets terugvinden van de grote schoonheid van weleer, die mettertijd verloren is gegaan. Hij denkt ook terug aan een grote jeugdliefde, die zijn gedachten is gaan beheersen na haar overlijden.
La Grande Bellezza speelt de kaart van de (existentiële en universele) nostalgie uit... op een eerder pedante manier, even verveeld als vervelend. De film kabbelt voort zonder een blijvende indruk na te laten, in een soort van onverschillige trance.