De Fast-saga nadert zijn einde, maar de grootste uitdaging is geen nieuwe schurk of levensgevaarlijke stunt, het is… het budget.
Volgens een nieuw rapport van The Wall Street Journal heeft Fast & Furious 11 (ook wel Fast X: Part 2 genoemd) nog geen definitief script of releasedatum. En nog erger, de leiding van Universal heeft duidelijk gemaakt dat ze geen groen licht zullen geven tenzij de film “veel economischer” geproduceerd kan worden dan zijn voorganger.
De cijfers spreken voor zich. Fast X kostte maar liefst 340 miljoen dollar om te produceren, waarbij vertragingen door de pandemie en een wisseling van regisseur halverwege de productie het budget naar recordhoogtes voor de franchise dreven. Ondanks een wereldwijde omzet van 705 miljoen dollar, leverde de film volgens ingewijden “bijna geen winst” op. Voor het grote slotdeel eist Universal een budget van ongeveer 200 miljoen dollar, een besparing van 140 miljoen.
Tijdens het FuelFest-autofestival deze zomer wist Vin Diesel de fans op te zwepen door te verklaren dat hij alleen zou terugkeren onder drie voorwaarden: de serie terugbrengen naar Los Angeles, de focus op straatraces leggen en Dominic Toretto herenigen met Brian O’Connor (het personage van de overleden Paul Walker).
“Dat is wat jullie gaan krijgen!” riep Diesel onder luid gejuich van het publiek.
Achter de schermen is de situatie echter complexer. Volgens verschillende bronnen zou de huidige versie van het script ongeveer 250 miljoen dollar kosten om te produceren, en de makers zijn druk bezig om ten minste 50 miljoen te besparen. Mogelijke maatregelen zijn het beperken van de wereldwijde locaties, het schrappen of verkleinen van sommige terugkerende rollen en het verminderen van het aantal spectaculaire stunts dat kenmerkend is voor de saga.
Ironisch genoeg zouden deze veranderingen de fans juist kunnen aanspreken, die massaal vragen om een “terug naar de basis”-film, gericht op de wereld van straatraces in Los Angeles.
Waarom zijn Fast & Furious-films zo duur?
Heel eenvoudig: vanwege de cast. De “Fast-familie” is inmiddels enorm, en elke bijrol ontvangt tussen de 2 en 10 miljoen dollar, afhankelijk van het belang. Vin Diesel zelf verdient meer dan 25 miljoen per film, exclusief zijn rol als producent, die hij sinds Fast & Furious 4 (2009) bekleedt.
Voeg daar sterren als Jason Momoa en Charlize Theron, ingewikkelde stunts en grootschalige visuele effecten aan toe, en de kosten rijzen de pan uit.
Producer Neal Moritz benadrukte dat het doel is om van deze laatste film “een bevredigend einde te maken, zowel creatief als financieel”. Maar Universal kijkt al verder: er worden tv-projecten, spin-offs rond specifieke personages en zelfs kleinere, sobere films overwogen die de serie terugbrengen naar de roots van het allereerste Fast & Furious (2001).
Voorlopig staat de franchise op een kruispunt, en de weg naar het grote slot ziet er hobbelig uit.