Drieënhalf uur trekt regisseur Brady Corbet uit voor zijn epische portret van een geniale architect die door de Amerikaanse droom wordt opgeslokt. ‘The Brutalist’ is ambitieus, knap gefilmd en even meedogenloos als de betonnen mastodont die men erin bouwt.
De Joodse architect Laszlo Toth (Adrien Brody) migreert in 1947 vanuit Hongarije naar de Verenigde Staten van Amerika. De camera zit dicht op zijn huid. Het is alsof we mee als sardienen op elkaar gepakt zitten in het ruim van een schip terwijl koperblazers op de achtergrond ritmisch dreunen. Wanneer Toth zich naar buiten weet te wurmen, kijkt de camera omhoog en zien we het Vrijheidsbeeld… ondersteboven. De trombones halen uit met een episch thema dat eerder dreigend klinkt dan euforisch.
Deze grandioze openingscène luidt de epische film in die volgt, ‘The Brutalist’ van regisseur Brady Corbet. Drie uur en half duurt deze tour de force, maar hij kan elke minuut gebruiken. De thema’s die het aanhaalt zijn niet weinig en niet mals: migratie, de Amerikaanse droom, de filosofie van architectuur en het leven van een genie.
Hoopvolle aankomst
Amerika is het land waarop zelfs immigranten hun stempel kunnen drukken. Dat zong Lin-Manuel Miranda toch in zijn musical ‘Hamilton’ over de begindagen van de Verenigde Staten. De Hongaarse Laszlo Toth leert op zijn eigen manier de waarheid en onwaarheid van die lyrics kennen.
Want zoals het Vrijheidsbeeld ondersteboven wordt getoond, zo ook zet de film de Amerikaanse Droom op zijn kop. Aanvankelijk wil Toth zich herenigen met zijn vrouw en nicht die nog vastzitten aan een Europese grens. Maar als blijkt dat dat nog wel een tijd zal duren, begint hij zijn eigen boontjes te doppen.
Zo werkt hij een tijd in de zaak van zijn neef als interieurarchitect. Als blijkt dat zijn ideeën te modern zijn - te radicaal voor de meeste Amerikanen - komt het tot een aanvaring tussen de twee. De rijke industrialist Harrison Lee Van Buren (Guy Pierce) ziet daarentegen wel wat in de harde, brutale stijl van Toth en doopt zichzelf tot zijn mecenas.
Desillusie
Zo wordt Laszlo voor hij het beseft het stokpaardje van een man die zonder overdrijven het vleesgeworden Amerikaanse kapitalisme belichaamt. De Amerikaanse droom is in ‘The Brutalist’ zowel vloek als zegen.
De rijkdom verblindt Laszlo waardoor die groter begint te dromen dan gezond voor hem is. Het project dat hij wil verwezenlijken voor Van Buren is ambitieus tot op het groteske af. Maar tegelijkertijd slurpt het hem helemaal leeg. Zijn passie verandert in een obsessie en die obsessie komt zwaar te wegen op zijn leven.
Tegelijkertijd doet Van Buren zich voor als Laszlo’s beste vriend, maar eigenlijk bezit hij hem. Zo gedraagt hij zich althans en bij uitbreiding doet de hele familie Van Buren dat ook. Voor hen is de architect een gereedschap, geen mens. Later in de film maakt het scenario dat op plastische manier duidelijk.
Stijl én inhoud
Zulk een gelaagd scenario heeft nood aan de beste acteurs en de cast is dan ook uitmuntend. Adrien Brody beroert als ontwrichte migrant en jaagt angst aan als tierende tiran. Ondertussen palmt Guy Pierce Toth en het publiek helemaal in, maar weet hij ook het bloed in je aderen te doen stollen. De aankomst van een ijzersterke Felicity Jones vlak na de pauze - die is overigens door de monteur automatisch ingelast - zet de zaak nog meer op scherp.
Die performances kadert cinematograaf Laurie Crawley in in beelden die het ene moment statische, majestueuze composities zijn en het andere moment los uit de pols gefilmd worden en dicht op huid van de acteurs zitten. Dat toont nog maar eens de veelomvattende focus van de film aan; het persoonlijke verhaal en het heroïsche verhaal zien we zo weerspiegeld in de filmtechnieken.
Indrukwekkend
‘The Brutalist’ is niet subtiel, maar met zo’n titel moet dat kunnen. Zeker op het einde gooit regisseur Corbet het roer bijvoorbeeld radicaal om. Hij sluit niet elke verhaallijn netjes af, neemt een sprong in de tijd en filmt de finale zelfs met een andere camera. Een speech over architectuur later stroomt een prachtige, scheefgetrokken aftiteling over het scherm, maar wat er nu precies gebeurde aan het eind blijft raadselachtig en - daar blijf ik bij - vind ik persoonlijk heel vervelend.
Maar als een film zoveel tegelijkertijd wil zijn en doen, dan kunnen enkele losse eindjes wel vergeven worden. Weinig andere films die zo veel thema’s behandelen, komen er zo goed mee weg als ‘The Brutalist’. ‘Indrukwekkend’ is het woord dat de film het best omschrijft. Vooral dat de film niet zo lang aanvoelt als hij is, was een aangename verrassing. Maar of het die tien op tien verdient, hangt af van het licht waarin je hem bekijkt.
Bekijk hier de programmatie van de film in de bioscoop
Cinenews-journalist: Senne Cambré