In ‘Maria’ zweeft Angelina Jolie in een verfrissende performance door de laatste dagen van dé operadiva op retour: Maria Callas. Deze biopic gaat over weinig maar is doordrenkt met zwaarwichtige muziek - net zoals in een opera. Regisseur Pablo Larraín toont zo opnieuw zijn vakmanschap, maar het mocht iets meer zijn.
Voor regisseur Pablo Larraín is ‘Maria’ zijn derde biopic over een complexe en invloedrijke vrouw. Zijn fascinatie met de iconen van de vorige eeuw vertaalde hij eerder al naar een film over Jackie Kennedy in ‘Jackie’ (2016) en een film over Lady Di, ‘Spencer’ (2021).
Voor actrice Angelina Jolie is haar performance als operadiva Maria Callas een verademing. Na enkele rollen als Disney-villain en Marvel-heldin laat de ex-Lara Croft en Bone Collector opnieuw zien wat ze in huis heeft. En dat is heel wat.
Icoon en vrouw
Tijdens haar laatste dagen in 1977 dwaalde operadiva Maria Callas door Parijs en leed ze onder het gemis van haar wegebbende stem. De pijn die het haar deed, smeert actrice Angelina Jolie breed uit in elke trieste en verliefde blik. Het is wellicht de eerste keer dat Jolie zo’n doorleefde mimiek toont.
Tegelijkertijd speelt Jolie Callas als onbereikbaar, eigenwijs en iemand die niets minder dan de grootste adoratie van de hele wereld verwacht. Misschien dat haar eigen bekendheid hielp, maar het is begrijpelijk dat omstaanders nerveus worden als ze met Jolie als Callas praten.
Beiden zijn larger than life – Jolie en zeker Callas. Beiden zijn ook maar mensen. Dat druipt van de film en een mindere actrice zou aan die tweedeling geen recht hebben kunnen doen.
Geen greatest-hits album
De regisseur is niet geïnteresseerd in een opsomming van Callas’ greatest hits, maar wel in haar gevoelsleven vlak voor haar dood. Dat bereikt hij onder meer met creatieve montage.
Monteur Sofía Subercaseaux wisselt het beeld en de klank af tussen haar frêle, oude stem en haar volle, jonge stem als Callas zingt. Ook al ken je niets van zang, dan nog is het duidelijk wat Maria mist.
Dan trekt Larraín de kaart van de hallucinaties. Op de trappen van een kerk ziet ze bij klare hemel een symfonisch orkest spelen in de regen. Dat benadrukt haar teneergeslagen gemoed en ziet er prachtig uit ook.
Maar zulke momenten had Larraín gerust vaker mogen gebruiken. Als iemand opera leeft, dan kan je wel verwachten dat opera en het dagelijks leven in elkaar overvloeien. Nu blijft nog te vaak het bij enkele interessante accenten.
Much Ado
Wat wel constant gebruikt wordt, is operamuziek. Elk moment wordt dik aangezet met aria’s en intermezzo’s. Net zoals in een opera gebeurt er dan betrekkelijk weinig. Het is de muziek die het belang van het moment onderstreept. Tegelijkertijd zorgt de muziek dat je het slakkengangetje waarmee de film zichzelf voortsleept amper merkt.
De scènes die de film wel voortstuwen, zijn die waarin Callas’ probeert te zingen, maar moet toegeven dat ze niet meer de stem heeft die ze vroeger had. De vrijpostige journalist die haar uitkaffert om haar achteruitgang stelt de kern van de film op scherp.
Maar net zoals in het geval van de hallucinaties mocht het meer zijn. Hoe sterk haar performance ook is, Jolie als Callas blijft onbereikbaar voor het publiek. Daardoor is het soms vermoeiend om haar weeral door Parijs te zien dwalen. Wat meer frisse momenten en wat meer conflict was welkom geweest.
Toch kan ik niet anders dan bewondering hebben voor Larraín en zijn doordachte biopics. Bovenal kan ik niet anders dan verliefd worden op Maria Callas. Bovenal charmeert ‘Maria’ en bewijst Jolie dat ze nog steeds echt kan acteren.
Ontdek hier de programmatie van de film in je dichtstbijzijnde bioscoopzaal.