In ‘No Other Land’ documenteren een Palestijnse en een Israëlische journalist samen de systematische vernieling van huizen op de Westelijke Jordaanoever door het Israëlische leger. Ruwe beelden en spontane gesprekken zetten de kijker in het midden van de mensonterende chaos. Het is hard, maar toont vooral dat verzoening altijd een optie is.
Basel Adra, een Palestijnse journalist-activist, ziet in zijn geboorteregio op de Westelijke Jordaanoever, Masafer Yatta, hoe het Israëlische leger systematisch huizen vernielt. Samen met de Israëlische onderzoeksjournalist Yuval Abraham legt Adra de wantoestanden in het gebied vast.
Volgens de Israëlische bezetter zijn de uitwijzingen gerechtvaardigd omdat de Palestijnen er illegaal op militair oefenterrein wonen. Alleen kreeg het land die bestemming pas in 1980. De Palestijnen woonden er al langer. ‘Als we ons land verliezen, dan hebben we niets meer’, klinkt het.
‘No Other Land’ is evenzeer een aanklacht tegen de schending van mensenrechten als een persoonlijk portret van twee verschillende journalisten. Over de verhaalopbouw mocht wat langer nagedacht zijn, maar elk beeld beklijft, ontroert en doet nadenken. Tijdens een stil moment zitten Adra en Yuval naast elkaar in het maanlicht en praten ze over de toekomst. Dan stelt Adra een vraag die evenzeer over het conflict kan gaan als over hun persoonlijke band: ‘Wanneer gaan we trouwen?’
Elke week een huis
Het Israëlische leger vernielt in Masafer Yatta hele dorpen. Voor hen is het afbreken van een huis waar een gezin van zeven woont niet anders dan het afbreken van een kippenhok. De familie van Adra verplaatst het meubilair dat ze nog konden redden naar een grot in de buurt. Zo leven ze gedwongen ondergronds als beesten.
De ontruimingen stuiten op stevig, maar vredevol protest. De sfeer wordt echter grimmig wanneer de Israëli’s besluiten dat het getier van de Palestijnen genoeg is. Het geweld dat volgt is beangstigend, de beledigingen snijden diep. We zien hoe een ongewapende Palestijn in koele bloede wordt neergeschoten. De beelden zijn ruw en schokkerig waardoor je als publiek erg dicht bij zulke gruweldaden komt. Niet alleen de makers worden bedreigd, jij als publiek ook.
Tussen de geweldplegingen en de vernieling door tonen de makers ons het dagelijkse leven op de Westelijke Jordaanoever. De volwassenen proberen hun huishouden op orde te houden. Familie en vrienden rouwen om wie gewond raakte of stierf. Kinderen huilen om hun huis dat tegen de grond ligt. Het raakt een gevoelige snaar, want niet zozeer de activisten zijn de belangrijkste slachtoffers van de bezetting, maar wel de volgende generaties.
Gele en groene nummerplaten
Ondanks hun gemeenschappelijke doel, is afkomst een belangrijk verschil tussen de Palestijnse Basel Adra en de Israëlische Yuval Abraham. ‘Palestijnse nummerplaten zijn groen en mogen Israël niet in,’ klinkt het, ‘Israëlische nummerplaten zijn geel en mogen overal rijden.’
Dat komt nogal laat in de documentaire aan bod, maar is wel een centraal issue. Abraham rijdt met een gele nummerplaat en Adra met een groene. Abraham kan ‘s avonds de miserie achter zich laten, Adra kan dat niet.
Zo zet het conflict hun persoonlijke relaties onder druk. Abraham komt telkens met hernieuwd enthousiasme terug. Hij zweert niet te rusten tot de situatie is opgeklaard. Adra verliest daarentegen gaandeweg zijn energie. Hij kan de onderdrukking nooit uit de weg gaan want dit is zijn land. Toch houdt hij de moed erin wanneer hij zegt dat één waterdruppel misschien geen impact heeft, maar dat vele waterdruppels wel een steen kunnen verweren.
Tezelfdertijd stoot Abraham op heel wat andere problemen. De Palestijnen bekijken Abraham aanvankelijk met argwaan, maar staan open voor een gesprek. ‘Hij is één van de goede,’ klinkt het herhaaldelijk. Maar des te langer er niets verandert aan de situatie in Masafer Yatta, des te vijandiger de Palestijnen zich gedragen jegens de Israëlische journalist. Uiteindelijk verzucht een radeloze Palestijn: ‘Zolang we nog kunnen discussiëren’.
Thuis, in Israël, probeert Abraham de wantoestanden aan te kaarten, maar daar stuit hij voornamelijk op onbegrip en intimidatie. ‘Jij bent anti-Joods!’ horen we. Israëli’s die hem spotten in Masafer Yatta filmen hem en beledigen hem. Ook al rijdt Abraham met een gele nummerplaat, toch lijkt hij nergens meer thuis te zijn.
In godsnaam
Opvallend in ‘No Other Land’ is dat er amper over een god wordt gesproken. Het cliché wil dat het conflict tussen Israël en Palestina draait rond Joden en Moslims. Maar de bezetting draait niet om geloof en wel wel om land, recht en macht.
Een anekdote over het bezoek van voormalig premier van het Verenigd Koninkrijk Tony Blair illustreert dat misschien nog het best. Nadat hij een dorp op de oever had bezocht, werden de huizen die hij had bezichtigd niet langer bedreigd door de sloophamer. Integendeel, ze werden door Israël beschermd, terwijl elders op de oever de vernieling gewoon doorging.
‘No Other Land’ toont de kern van het conflict en de mensonterende gevolgen ervan. Authentieke beelden, afgewisseld met gesprekken tussen de makers onderling en met Palestijnen en Israëli's, zetten de kijker in het midden van de chaos. Weinig documentaires zetten samenwerking en medeleven zo beklijvend in de verf als deze. Misschien moeten we allemaal wat vaker de vraag stellen wanneer we nu eigenlijk gaan trouwen.
Ontdek hier de programmatie van de film in je dichtstbijzijnde bioscoopzaal.