De problemen rond The good Dinosaur zijn intussen bekend. Regisseur Bob Petersen werd vervangen door nieuwkomer Peter Sohn en het verhaal werd omgegooid naar iets wat vooral jonge kinderen zal aanspreken.
Een Pixar-baas vertelde dat het oorspronkelijke script niet slecht was, maar ook niet fantastisch. Dat probleem werd met de herwerkte versie niet opgelost. In vergelijking met de meeste andere Pixars is The good Dinosaur niet origineel genoeg. Het road movie-concept heeft wat weg van Finding Nemo, het drama met de vader komt dan weer uit The Lion King en de onwaarschijnlijke vriendschap tussen de dino en het junglekind heeft echo’s van Blue Sky’s Ice Age. Alles voelt wat derivatief aan. Geen enkel idee of grap in de film verrast je zoals de originele ingrepen in Up!, Wall-E en de Toy Story-serie dat wel deden. En thematisch mist de prent de frisse insteek die Brave (feminisme), Monsters, Inc (kinderangsten) en Inside Out (uitgesplitste emoties) hadden. Dit wil niet zeggen dat je deze 16de Pixar moet afschrijven. De animatie van de decors is verbluffend. Mogelijk de beste animatiebeelden die je tot nu toe hebt kunnen zien.
Maar uiteindelijk staat of valt een Pixar-film met een sterk verhaal. En dat is er nu niet. De lat ligt nu eenmaal hoog. Maar Pixar heeft daar ironisch genoeg zelf voor gezorgd.