Genesis Pötini lijdt aan een zware bipolaire stoornis, wat zorgt voor een grillig bestaan sinds het einde van zijn carrière als schaakkampioen.
Na verschillende pogingen wordt hij opnieuw vrijgelaten uit de psychiatrie en besluit hij zichzelf onder handen te nemen : hij houdt zijn medicatie beter in het oog en besluit zichzelf binnen te loodsen in een schaakclub die kansarme kinderen verwelkomt. Hij brengt hen zijn kennis bij en voegt er hier en daar belangrijke elementen uit het Maori erfgoed aan toe.
Deze film van James Napier Robertson, uit Nieuw-Zeelandse contreien, berust op een eenvoudig en ontroerend verhaal : een verhaal over moed, en de gedwongen verhuis van een volk (vertolkt door de broer van Genesis, een lid van een motorbende en diens zoon, die zich dicht bij de initiatie bevindt).
Maar Napier Robertson typeert dit alles, en nog meer, door zijn tijd te nemen, en slaagt er bijgevolg ook in een echte empathische link te creeëren tussen de toeschouwers en de protagonisten van The Dark Horse.