Into the Woods vermengt, samen met een grote dosis hysterie, Assepoester, Roodkapje, Jaak en de Bonenstaak en Rapunzel… Al deze personages worden met elkaar gekoppeld doorheen de avonturen van een vervloekt koppel dat geen kind kan krijgen.
Deze laatste ontdekken dat ze het slachtoffer zijn geworden van een vloek, veroorzaakt door hun buurvrouw, een heks. Op een dag komt deze heks bij hen aankloppen en ze stelt hen een deal voor : om bevrijd te worden moeten de geliefden haar een onbevlekte koe brengen, een gouden muiltje, een blonde haarlok en een rode cape. Kortom, u heeft het begrepen : het duo gaat op avontuur naar het diepste van het woud, op zoek naar de voorheen geciteerde sprookjeswezens, het alles beïnvloedt door de geschriften van psychoanalyst Bruno Bettelheim (The Uses of Enchantment).
Into the Woods, de filmbewerking van de succesvolle Broadwaymusical, behoudt jammer genoeg te veel van zijn theatrale eigenschappen… De acteurs overacteren naar wens, het ritme herinnert aan het ogenblik waarop een 15-tal kinderen tijdens een verjaardagsfeestje plots hun teveel aan suiker moeten uitspelen, alles volgt elkaar aan een veel te hoge snelheid op… te veel dus.
Daarop is het dus onmogelijk om enig lied nog te kunnen appreciëren, of de meer rustige ogenblikken, die vaak grappig zijn en waar de acteurs zich eindelijk eens goed kunnen uitdrukken. Temidden van dat alles bevindt zich een valse onschuld, die hier en daar wel een paar toespelingen laat doorschijnen, overduidelijk bedoeld voor een volwassen publiek.