Synopsis
Zozo is best tevreden met z'n leven: hij woont in een appartement in Beiroet, gaat naar school, voetbalt met vrienden en kletst over meisjes. Een normaal bestaan, al betekent 'normaal' in dit geval ook dat de familie soms halsoverkop hun eten laat staan om te vluchten voor alweer een bombardement. Zozo's ouders hebben besloten om veiliger oorden op te zoeken. Ze willen emigreren naar Zweden. Oma en opa wonen daar en wat ze vertellen klinkt heel aanlokkelijk. Na lang wachten op de reisdocumenten is het eindelijk zover: Zozo en zijn familie kunnen naar Zweden! Wanneer Zozo de ochtend voor het vertrek nog snel even een boodschap doet, wordt hun appartement door een bom verwoest. Opeens staat Zozo er helemaal alleen voor. Zal hij de verre reis alleen maken? En laat hij de straten achter van de stad waar hij opgroeide?
Soms lijken films over vroeger plots over 'nu' te gaan. De werkelijkheid die de fictie achterhaalt. ZOZO speelt in de jaren '80 toen de burgeroorlog Libanon tot een ruïne maakte. Door bombardementen en gevechten lagen grote delen van de stad in puin. Maar bijna 20 jaar later, bij de release van ZOZO, vlogen er weer bommenwerpers over Beiroet.
Regisseur Josef Fares maakte als kind het drama van Beiroet van nabij mee. Misschien lukte het hem daarom zo goed om de verschrikkingen van een oorlog op de juiste manier op het scherm te brengen: zonder iets voor kinderen te verbergen (zij hebben het recht om te weten hoe de vork aan de steel zit), maar toch steeds met enig optimisme en goedlachsheid. Fares vertelt het verhaal op zo'n manier dat kinderen kunnen meeleven met Zozo, en samen met hem kunnen glimlachen en blij of opgelucht zijn.