Frankrijk in de jaren 20. Terwijl de anarchisten en dadaïsten respectievelijke de politiek en de kunstwereld door elkaar schudden, werpt Marguerite Dumont haar aanzienlijke fortuin in de schaal om de lyrische zangkunst te verdedigen.
De dame koestert een intense passie voor die artistieke expressie, een manier op de onverschilligheid van haar echtgenoot en de schijnheiligheid van haar zogenaamde vrienden te compenseren. Marguerite is een zangvogeltje in een gouden kooi en organiseert geregeld concerten bij haar thuis die haar talent moeten demonstreren. Alleen heeft ze de toonvastheid van een schaap, een pijnlijke waarheid die niemand haar durft te vertellen. Waarom zou je kip met de gouden eieren ook slachten? Marguerites illusie dreigt echter uit de hand te lopen wanneer ze beslist om het beste van zichzelf te geven voor een echt publiek, op de bühne van de Parijse Opera.
Marguerite kiest voor een klassieke stijl, maar regisseur Xavier Giannoli (A l’origine) is dan ook verstandig genoeg om de sterke vertolking van Catherine Frot niet voor de voeten te lopen. De actrice is afwisselend geestig, pakkend, gekwetst, en ze gooit zich met lijf en leden op haar personage. Haar Marguerite is — onvrijwillig — een trieste clown, een vrouw op de rand van de afgrond.