Synopsis
Wilbur probeert keer op keer zich van het leven te behelpen maar tot nu toe is hij daar niet in geslaagd. Zijn unieke aantrekkingskracht, vooral op vrouwen, zijn pit en charme kunnen niet verhullen dat hij gebukt gaat onder groot pessimisme. De desillusie bij Wilbur is zo groot dat hij ernstige vraagtekens zet bij de zin van zijn leven op aarde. Dat in tegenstelling tot zijn oudere broer Harbour die een optimist zonder weerga is en het zorgdragen voor geluk in Wilbur's leven tot een belangrijk doel heeft gemaakt. De twee excentrieke broers van rond de dertig leven in Glasgow waar ze een vervallen boekenwinkel hebben geërfd, de enige herinnering aan hun onlangs overleden vader.
Nadat Wilbur weer eens een mislukte poging tot zelfmoord heeft ondernomen weet Harbour hem te overtuigen om bij hem te komen wonen in het appartement boven de boekenwinkel. Harbour is ervan overtuigd dat een vriendin Wilbur wel de nodige levensvreugde zal geven. Dat idee wordt onderschreven door de cynische psycholoog Horst en aangemoedigd door de gewillige hoofdzuster Moira die hoopt de gelukkige dame te worden. De zaken verlopen echter niet volgens plan en in plaats van Wilbur is het juist Harbour die de liefde van zijn leven vindt in de mooie maar verlegen alleenstaande moeder Alice. Ze werkt ‘s nachts als schoonmaakster in het ziekenhuis waar ze boeken verzameld die door de patiënten zijn achtergelaten en vervolgens verkoopt in de boekenzaak. Al snel trekken Alice en haar jonge dochter Mary bij Harbour en Wilbur in en gezamenlijk ontdekken ze dat er toch hele mooie dingen in het leven zijn. Alice komt uit haar schulp, Mary vindt een familie en ook Wilbur begint de zin van het leven in te zien. Maar ondanks het grote geluk dat Harbour gevonden heeft draagt hij een duister geheim met zich mee dat niet voor altijd verborgen kan blijven.