Felix van Groeningen, sinds De helaasheid der dingen en zeker The Broken Circle Breakdown een van de voortrekkers van het Vlaamse filmgild, vertelt graag vanuit de buik.
Ambiance, emotie, instinct, het zijn dingen die hij belangrijker vindt dat puur verhaal. Wat dat betreft, is Belgica onversneden van-Groeningen-cinema.
Op zijn best bruist Belgica als een Dafalgan Forte, opgepompt door de geweldige soundtrack van de gebroeders Dewaele. Tijdens die scènes zet van Groeningen je vleselijk tussen de zwetende lijven, in een weldadige roes die enkel het nachtleven kan opwekken. Dat heerlijke gevoel sluit dan ook weer naadloos aan bij het verhaal dat Belgica wil vertellen, over het plezier van het fuiven en de noodzaak om op een bepaald moment het daglicht te trotseren.
Alleen trapt de film op de duur in zijn eigen val. Het groeiende conflict tussen de twee broers kan veel minder boeien dan de de braspartijen en concerten. Aan de acteurs zal het niet liggen, want die onderscheiden zich zonder uitzondering. Maar als kijker heb je het moeilijk om echt met hun problemen mee te leven.