Zoals alle films geregisseerd of geproduceerd door Christopher Nolan zit ook Transcendence, het regiedebuut van Nolans cameraman Wally Pfister, vol interessante ideeën die een massa vragen oproepen. In hoeverre speelt het lichamelijke van een mens een rol in het nemen van al dan niet morele beslissingen?
Kan liefde alles overwinnen (want dat willen we onze kinderen toch doen geloven in sprookjes)? Wanneer kan je iemand een god noemen? Pfister en zijn scenarist Jack Paglen wringen zich eigenlijk in allerlei bochten om een maximum aan vragen op te roepen. Maar de toeschouwer zal dat niet zo merken omdat de focus hier ligt op de liefdesrelatie tussen Depp en Hall. En dat is niet het sterkste van de film, want die relatie werd nogal melodramatisch uitgewerkt. Dat is uiteraard eigen aan een film die 100 miljoen dollar kost. Pfister mag dan veel talent tonen, hij heeft niet de ‘power’ én de compromisloze visie van een Stanley Kubrick die waarschijnlijk totaal andere dingen met Transcendence had gedaan. Maar goed, Pfister heeft geen onaardige film afgeleverd, ook al gaat hij in de laatste twintig minuten flink uit de bocht met een reeks van ongeloofwaardige momenten.
We mogen trouwens blij zijn dat Hollywood af en toe intelligente films op ons afstuurt. Dat ze niet volmaakt zijn, wil ik er best bijnemen.