Hoe kan je de stijl van Wes Anderson het best omschrijven? Alles ziet er minutieus georkestreerd uit, als een opeenvolging van kleine schilderijtjes waar elk detail belangrijk is en de puntjes overal op de i staan.
Anderson houdt bovendien van onderkoelde humor, grappen die soms ronduit hilarisch zijn maar die door de acteurs met uitgestreken gezicht verkocht worden. En er steekt een gezonde dosis surrealisme in zijn verhalen, die altijd net iets groter zijn dan het leven zelve.
In het verleden had Anderson echter soms wat problemen om met die originele mix de volledige lengte van een speelfilm te vullen en vielen zijn vertellingen al eens zonder brandstof of in herhaling. Waaraan het ligt, is me niet helemaal duidelijk (misschien aan het feit dat hij de inspiratie bij iemand anders vond, met name de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig) maar in The Grand Budapest Hotel is van die aarzelingen of ademnood hoegenaamd geen sprake.
Meer nog, Anderson toonde zich nooit overtuigender en geestiger dan in deze ingenieuze en kleurrijke film, die opgebouwd is als een matroesjka-pop.