Oz the Great and Powerful leverde een aangenaam kijkstuk op in de bioscoop, maar in de intimiteit van de woonkamer stelt hij een beetje teleur.
De langspeelfilm van Sam Raimi (Drag me to Hell) is er een met verschillende lagen: er is het verhaal zelf, ontleend aan de pen van L. Frank Baum, maar ook een mooi eerbetoon aan de filmgeschiedenis en een cynisch laagje over de illusie. De film behandelt daarnaast ook de zoektocht naar macht en het verlies van controle (een gecodeerde biecht van Sam Raimi?).
Spijtig genoeg is er ook het te overdadige en zoete kantje van dit snoepje, in kleuren die giftig zijn voor de ogen. Het beeld is glad, te glad, barok, te barok, en bezorgt je op een half uur tijd een knoert van een oogmigraineaanval. Toegegeven, het blijft een technische krachttoer, maar persoonlijk missen we leven, korrel, iets organisch. In de bioscoop waren er nog een aantal nauwelijks merkbare details in die richting die het verschil maakten.