De vakantie is voorbij, maar in de cinemazalen nog lang niet. In ‘Islands’ volgen we een tennisleerkracht tijdens een hopeloze zoektocht naar een ontsnapping uit de sleur van zijn leven in een vakantieresort. Al moet je wat door de losse eindjes heen kunnen kijken, ‘Islands’ intrigeert, kruipt onder je huid en toont nog maar eens aan dat er niets mis is met zo nu en dan “nee” te zeggen.
Tom (een exquise Sam Riley) wordt wakker in het midden van een zandvlakte met een zware kater. Het is een doordeweekse dag voor hem, waarin hij overdag tennisles geeft aan toeristen en zich ‘s avonds lam drinkt. De volgende dag doet hij dat gewoon opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. Maar dan komt hij een familie tegen die hem doet losbreken uit de sleur waarin hij zich heeft vastgereden.
De Duitse regisseur Jan Ole Gerster zoomt in zijn derde langspeelfilm in op een all-in hotel op Fuerteventura, één van de Canarische eilanden, waar internationale toeristen komen om hun kind af te zetten bij de kidsclub en zich vervolgens beschenken aan de bar, waarna ze niet komen opdagen bij de tennislessen die ze boekten - omdat het kan.
Vals paradijs
Wat zich kentekent als een hemel op aarde voelt in ‘Islands’ eerder aan als een visfuik waaruit amper te ontsnappen valt. Misschien sleet Gerster heel wat dagen in zulke hotels of misschien is het iets Duits, maar de sfeer van zulke grote vakantieresorts komt bijna verstikkend van het scherm gewasemd. Alles is perfect en afgemeten, bedoeld om al je zorgen weg te nemen. Voor tenniscoach Tom ziet het ernaar uit dat het hotel zijn laatste halte is; hier zal hij blijven totdat hij lazarus van een klif stort.
De aankomst van een Brits gezin gooit het roer voor hem echter om. De sensuele Anne (Stacy Martin) en de getroubleerde Dave (Jack Farthing) zoeken een lesgever voor hun zoontje (Dylan Torell). Tom raakt geboeid door hun leven en langzaam maar zeker groeit er een vriendschap.
De score van Dascha Dauenhauer helpt de spanning een handje door te contrasteren met de chloorrijke zwembaden en keurig opgemaakte tafeltjes tegen de subtropische façade van palmbomen en krekelgeluiden. Terwijl de plot gezapig voortkabbelt, spelen fluiten onvoorspelbare toonladders en huilen violen dissonant in de hoogte. Het kondigt het onheil al aan nog voordat het toeslaat wanneer Dave verdwijnt.
Wat als…
Wat volgt is een psychologische clusterfuck die al zijn spanning put uit de onzekerheid van een verdwijningszaak. Onverwachts is dit exact het soort excuus dat Tom nodig had om zijn werk on hold te zetten. Voor Anne is het de uitgelezen kans om haar vakantie te pauzeren. Er speelt meer, dat voelen wij en de politie, maar of dat ook iets te maken heeft met het verdwijnen van Dave blijft als een ongemakkelijke vraag de hele film onderhuids voortzinderen.
Tom ontfermt zich over Anne en haar zoontje totdat het bijna lijkt dat hij de vader is en niet Dave. Er spreekt een verlangen naar iets onmogelijks uit het tweede deel van ‘Islands’, net zoals je op vakantie kort (maar oprecht) gelooft dat die ene persoon smoorverliefd op je zal worden, of dat je eindelijk die sleutelpersoon zal ontmoeten die je carrière een spannende wending zal geven. Op vakantie lijkt alles mogelijk en tijdens Dave’s verdwijningszaak ook; alles lijkt mogelijk, maar is dat niet.
Voor actie en avontuur moet je niet bij deze film zijn en voor een concreet, ondubbelzinnig einde ook niet. Het draait vooral om de bedrukkende sfeer die als een warm deken over het eiland hangt die zorgt voor een degelijke psychologische thriller. ‘Islands’ doet je hunkeren naar de zomer die net gepasseerd is, wetende dat die nooit meer terugkomt, maar in afwachting van de volgende is deze film een geschikte plaatsvervanger.
Cinenews-journalist: Senne Cambré