De documentaire ‘Hayao Miyazaki and the Heron’ biedt een manische blik in het brein van de kunstenaar achter Studio Ghibli. Regisseur Kaku Arawaka volgde het Japanse icoon zeven jaar lang doorheen het productieproces van zijn laatste film: ‘The Boy and the Heron’. Zo slaagt hij erin niet alleen de man, maar ook zijn werk te verklaren. ‘Als we niet creëren, is er niets.’
Mede-oprichter en uithangbord van het befaamde Japanse productiehuis Studio Ghibli, Hayao Miyazaki, kondigde in 2013 niet voor het eerst aan dat hij deze keer écht op pensioen ging. Nog geen drie jaar later zei hij met pretlichtjes in de ogen tegen zijn boezemvriend Toshio Suzuki: ‘Ik heb iets in elkaar geflanst.’
Het resultaat werd zijn (voorlopig) laatste en meest autobiografische film: ‘The Boy and the Heron’ (‘De Jongen en de Reiger’ in het Nederlands) die in 2023 in première ging en in 2024 de Oscar, Bafta, én Golden Globe won voor Beste Animatiefilm. Op Cannes bekroonde de jury hem met een ere-Gouden Palm en hield aansluitend een screening van de documentaire ‘Hayao Miyazaki and the Heron’.
‘Ik ben bang dat mijn brein kapot is’
Regisseur Kaku Arakawa volgde het Japanse icoon gedurende de zeven jaar die voorafgingen aan de première van ‘The Boy and the Heron’. Hij kreeg bijzondere toegang tot Studio Ghibli, maar ook het persoonlijke leven van Miyazaki. De povere kwaliteit van zijn camera benadrukt de oprechtheid van elk beeld.
Arakawa geeft ons een inkijk in het leven van een man die velen zien als een genie, maar die in essentie vooral mens is. Hij heeft twijfels, nervositeiten en irritaties, maar evengoed humor, ondeugendheid en liefde.
Zijn genie uit zich wanneer hij niet kan slapen en zegt: ‘Als ik mijn ogen sluit, kan ik niet stoppen met denken.’ Gevoelens en beelden dringen zich aan hem op en die moeten eruit. ‘Alsof ik met mijn hand in mijn brein grijp en het door elkaar kneed.’
Door zijn brein te kneden maakt de animator-regisseur onbewust connecties tussen schijnbaar ongerelateerde ideeën en zo ook flitsen beelden voorbij in deze documentaire. Soms houdt Arakawa een shot niet langer dan een seconde aan. Verleden en heden wisselen elkaar in sneltempo af. Ook flarden uit Miyazaki’s films passeren.
Het publiek krijgt nooit genoeg tijd om te reflecteren - precies de bedoeling. Onbewust leg je parallellen tussen Miyazaki’s leven en zijn werk. Arakawa slaagt erin de chaos in zijn innerlijke leven te tonen en tegelijkertijd duidelijk te maken dat alles een intuïtieve logica heeft. Het icoon zwerft rond, maar loopt nooit verloren.
‘Hij eet mensen om te leven’
Miyazaki veroudert zienderogen in de documentaire. Zijn rimpels vermenigvuldigen en hij laat steeds vaker zijn potloden vallen met een verveelde zucht. Maar het is niet de ouderdom die hem dwars zit, wel het besef dat hij de laatste afdaling heeft ingezet naar een onvermijdelijke dood.
Om hem heen vallen zijn oude vrienden en familie als vliegen. Als zijn collega, rivaal en dichte vriend Isao Takahati sterft, concludeert hij dat een stukje van het bestaan altijd slecht zal zijn. ‘Als kwaadaardigheid niet zit ingebakken in de wereld, waarom is Takahati dan gestorven?’ redeneert hij, ‘Iedereen sterft, maar waarom?’ Die vraag brandt onafgebroken op zijn lippen.
Zijn boezemvriend Toshio Suzuki vertelt tegen de camera dat elke dood Miyazaki de adrenaline geeft om verder te werken. Suzuki weet waarover hij spreekt, want hij stond model voor de reiger in ‘The Boy and the Heron’ en de relatie tussen de reiger en de jongen weerspiegelt zijn levenslange band met de animator-regisseur. Zulke momenten graven diep in wat Miyazaki Miyazaki maakt.
“Als we niet creëren is er niets.’
De tijd passeert en de première van ‘The Boy and the Heron’ komt dichterbij. De montage van de documentaire blijft voortdenderen tegen hetzelfde manische tempo. Miyazaki zelf blijft te allen tijde rustig naar buiten toe, met uitzondering van zijn rechterbeen dat neurotisch op en neer wipt terwijl hij werkt.
Dankzij ‘Hayao Miyazaki and the Heron’ begrijp je de man en zijn werk beter, al valt er niets te begrijpen - of toch niet bewust. Het icoon zegt zelf dat hij nooit rationeel nadenkt over zijn films. Zo ook valt niet alles in deze documentaire te analyseren. Het maakt alleszins nieuwsgierig om Miyazaki’s oeuvre (opnieuw) te bekijken.
Of de Japanse meester-animator-regisseur nog een film zal maken is onduidelijk. Misschien is hij wel écht op pensioen nu, al betwijfelen zijn vrienden dat. Wanneer hij zijn tekenplek opruimt, vraagt Arakawa hem of hij ermee stopt. Miyazaki besluit gevat: ‘Ik stop niet, ik ben klaar.’