Peter Bogdanovich houdt van cinema. Wat zeg ik, de man leeft voor het medium. Hij hoeft niet onder te doen voor Martin Scorsese en Quentin Tarantino, ook al heeft hij al lang niet meer de uitstraling van die twee.
In zijn eerste langspeelfilm in 20 jaar laat hij die liefde voor de cinema uitgebreid de vrije loop. In dit geval gaat het om een screwballkomedie, een genre dat in de jaren ’30 en ’40 bijzonder populair was. Ik denk bijvoorbeeld aan It Happened One Night en His Girl Friday.
De hamvraag was echter of Bogdanovich erin zou slagen om zo’n romantische klucht ook relevant te maken voor een modern publiek. Dat blijkt lang niet altijd het geval. Aanvankelijk ga je nog wel mee in de dolle humor, de extravagante vertolkingen en de absurde toestanden. Maar het duurt niet lang voor het allemaal vooral onnozel en dwaas begint te klinken.
Imogen Poots is absoluut een frisse verschijning als het hoofdpersonage en Rhys Ifans doet naar goeie gewoonte heerlijke dingen met zijn bijrol. Alleen volstaan die prestaties niet om She’s Funny That Way echt tot leven te wekken. Met alle respect voor de oprechte en ongetwijfeld passende ode die Bogdanovich in gedachten had.