La tête haute berust, en dat blijkt reeds onmiddellijk uit de pakkende openingsscènes, op een bewust gekozen perspectief, dat van de jongerendelinquentie gezien vanuit het standpunt van een kind. Op 16-jarige leeftijd hopen de problemen zich op voor Malony, familiaal, onderwijs… en tal van overtredingen. Emmanuelle Bercot gaat het choatische parcours van deze jongeman opvolgen doorheen de verschillende opvangtehuizen en de ambivalentie relaties die hij aangaat met de jeugdrechter (Deneuve, onberispelijk) en een opvoeder die Malony koste wat kost wilt helpen (Magimel, treffend). De regisseuse schildert hier het portret van deze jongere in moeilijkheden neer met een delicate welwillendheid, die nooit in verantwoordelijk makende pathos vervalt, noch in een aanval op het thans gebrekkige protectionele systeem. Ze oordeelt niet maar overweegt met subtiliteit zijn evolutie, doorheen zijn ontmoetingen en reacties op zijn daden. Met, in de achtergrond, zijn steeds aanwezige lijden, wegens de afwezigheid van grenzen en een laag zelfbeeld. Om zo’n psychologisch complex personage neer te zetten had men voor deze film een uitzonderlijke acteur nodig. De jonge Rod Paradot, waarvan dit de eerste film is, zet hier een zinderende prestatie neer.
‘La tête haute’ : het ongewone portret van een gewone jongerendelinquent