Toekomstige filmjournalist van de maand: Senne Cambré schrijft over 'Lawrence of Arabia' - Actueel Cinema

   - 
Toekomstige filmjournalist van de maand: Senne Cambré schrijft over 'Lawrence of Arabia'

“I am a river to my people!” over de geografie van Lawrence of Arabia

“Wat studeer je ook alweer?” vraagt mijn oma en omdat ik niet meteen antwoord begint ze tergend traag aan het woord voor de richting waarvan ze denkt dat ik hem studeer.

“G….e…o….” Ze weet dat een fout maken dodelijk is. “l…o…g…”

Waarop ik meteen ingrijp: “Geografie.”

“Grafie! Geografie! Natuurlijk! Logie is met de stenen.”

“Ja, inderdaad.”

En dan, na een pauze, voegt oma toe: “En wat is dat eigenlijk?”

Zucht

Enfin

Voor eens en voor altijd.

Geologen bestuderen alles van de bodem en daaronder. Geografen bestuderen alles van de bodem en daarboven. Geografie is de studie van de interactie tussen de mens en de aarde. Daaronder valt het onderzoeken van landschappen, rivieren en het klimaat, maar ook van stadsontwikkeling, productieketens en cultuur. Als wij het letterlijk op de kaart kunnen zetten, zijn we ermee bezig.

In 2023 haalde ik dus mijn master in de geografie aan de KU Leuven. Maar vanuit een onstilbare leergierigheid en een drang om verhalen te vertellen, besloot ik nog een aanvullende master Journalistiek aan de KUL te volgen. Dat ik vervolgens een artikel mag schrijven over mijn favoriete film, geeft mijn filmverslaving dan toch een beetje nut

_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 

Het moge niet verbazen dat die favoriete film – Lawrence of Arabia – een sterke geografische achtergrond kent. Ik zal dus niet schrijven over de magistrale cinematografie van F.A. Young, de sfeervolle score van Maurice Jarre of die geniale edit van de lucifer naar de opkomende zon. Er zijn ondergewaardeerde geografische knipogen die de film nog meer diepgang geven. De centrale these blijft hierbij ten alle tijden overeind: de cinema zal nooit Lawrence of Arabia overtreffen.

Waterdicht plot

Vlaanderen heeft naar schatting tussen de 1 100 en 1 700 m³ water beschikbaar per persoon per jaar . Dat is weinig. Volgens het World Resources Institute hoort België bij de 25 landen met de hoogste waterstress wereldwijd – een lijst met voornamelijk woestijnlanden . Dat dat voor problemen kan zorgen zonder een efficiënt en effectief waterbeleid is vanzelfsprekend.

Ook in Lawrence of Arabia staat water – of liever, het gebrek daaraan – centraal. Sherif Ali (Omar Sharif) schiet de metgezel van Lawrence neer omdat die zonder toestemming van zijn waterbron drinkt, Auda ibu Tayi (Anthony Quinn) leidt zijn manschappen door de kurkdroge en verwoestend hete Nafud-woestijn om de stad Aqaba langs achteren aan te vallen, en ondanks de uitputting hernieuwt de euforische aanblik van het Suezkanaal de hoop op redding voor T.E. Lawrence (Peter O’Toole).

Prins Feisal vat het als volgt samen: “No Arab loves the desert. We love water and green trees. There is nothing in the desert and no man needs nothing.” Wanneer water schaars is, worden maatschappelijke dynamieken en persoonlijke relaties onder druk gezet. Dat zorgt vanzelf voor boeiendere cinema dan – laat ons zeggen – Waterworld.


 
De heetste acteur

De (menselijke) personages krijgen steeds alle aandacht – niet onlogisch uiteraard. Maar het loont om ook de omgeving als een volwaardig personage te zien. Het woestijnlandschap is niet alleen thematisch belangrijk, maar ook dankbaar voor beeldvorming. Zeker in 70mm breedbeeld komen de weidse vlakten en de van hitte rimpelende horizon het best tot hun recht.

Regisseur David Lean zocht naar zo veel mogelijk verschillende stukjes woestijn om de eentonigheid van zandduinen te doorbreken (take that, Villeneuve). Zo is de woestijn niet alleen de arena voor een knap staaltje cinematografie, maar wordt het een veelzijdig personage in zijn eigen recht.

Toegegeven, de menselijke cast had de woestijn op zich niet nodig. Zo wordt mijn favoriete geheelonthouder en vegetariër meesterlijk neergezet door Peter O’Toole en leek Anthony Quinn in zijn make-up zo sprekend op zijn personage, Auda ibu Tayi, dat de aanwezige bedoeïenen in hun enthousiasme de filmset verstoorden. Maar geen van de performances zou volledig tot zijn recht zijn gekomen zonder de verschroeiende zandzee rondom hen.

Daarnaast dwongen de locaties de filmcrew om in – op zijn zachtst gezegd – ongemakkelijke omstandigheden te werken. De kast op de camera – waarin de filmrol zat – moest afgeschermd worden met een parasol en een natte doek om te vermijden dat de film smolt. Urenlang filmen in de brandende zon, gezandstraald worden en hopen dat niemand aan de onaangetaste zandduin komt voordat die gefilmd kan worden. Dat men het volhield met deze hoogst grillige “acteur”, spreekt voor de professionaliteit van de crew.


 
“He is almost an Arab.”

David Lean kreeg bakken kritiek omwille van de historische en (ach wee) geografische onjuistheden in zijn film. Maar enig begrip voor het huzarenstuk dat de regisseur van de grond probeerde te krijgen is wel op zijn plaats. Lawrence of Arabia moest inspelen op het Westerse Oriëntalisme om verkocht te geraken, maar mocht ook de kritiek op het Britse imperialisme niet schuwen.

Het uniform van Peter O’Toole werd te klein gemaakt om te benadrukken dat Lawrence zich misplaatst voelde in het Britse militaire apparaat – niettegenstaande zijn vrijwillige registratie. De Arabische gewaden die hij aangemeten krijgt, werden daarentegen op maat gemaakt. Wat volgt is geen clash tussen culturen, maar tussen vaderlandslievendheid en de realiteit van geopolitiek, tussen wat “wij” willen en wat “zij” willen.

Culturele grenzen – hoewel nooit afwezig – vervagen wanneer T.E. Lawrence in de buurt is. “I’ll drink when you drink”, zegt Lawrence wanneer hij een waterfles krijgt aangeboden (daar is overigens het waterthema weer). En vóór Lawrence was het concept van een verenigd Arabisch schiereiland zelfs Auda ibu Tayi vreemd: “The Arabs? What tribe is that?” Tezelfdertijd contrasteert dit met het anti-Ottomaanse conflict en de stiefmoederlijke behandeling van de “Arabs” door de Brits.

Er is veel om te ontleden in Lawrence of Arabia: zowel de romantiek als de schaduw van het Westers imperialisme, zowel de lof voor als de kritiek op het leger, zowel de mogelijkheden als de beperkingen van een individu in een groot geografisch getouwtrek. Al is er geen zwart-witte conclusie, het nodigt ten minste uit tot een gesprek.


 
Show, don’t tell

Een beknopte analyse van de geografie in Lawrence of Arabia: het is zowaar mijn eigen kleine huzarenstukje geworden. Er moest naar geopolitiek, zandduinen en het klimaat gekeken worden. Waterschaarste dient de plot, maar dient ook als metafoor. De locaties waren essentieel om op camera vast te leggen, maar beïnvloedden ook alles achter de camera.

Toch kon Lawrence of Arabia niet het meesterwerk zijn dat het geworden is zonder krachtige filmtaal. Wanneer hij zich even afzondert achter een rotsformatie, bewondert Lawrence zijn nieuwe kledij in de weerspiegeling van zijn dolk. Het is dezelfde dolk waarin hij later met afgrijzen zijn met bloed besmeurde gelaat terugvindt. Sterker wordt een film niet volgens mij.

Los van mijn studie-misvorming is het simpelweg machtige cinema. En nog beter: geen zandworm te zien!

Geschreven door Senne Cambré

  1 Meer info op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij.
  2 Meer info in dit artikel en de website van het World Resources Institute.
Cinenews - 500
oops! Er is een error opgetreden ...
Onze excuses voor dit incident.
Om goed toezicht te garanderen, is dit probleem naar ons team verzonden.
Zoeken op de site
Terug naar de site