Synopsis
De jaren 60 zijn ontegensprekelijk duistere jaren voor de western. Het genre wordt langs alle kanten belaagd, niet in het minst vanuit geboorteland Amerika waar de anti-western oprukt. Gerevitaliseerd, maar tegelijk ontwricht en gewelddadig wordt het in Italië. Ook aan de andere kant van de Muur wordt het genre niet gespaard: de Oost-Duitsers verklaren zich pro-Indiaans en de Tsjechische Nouvelle vague maakt er burleske van, grappiger en minder snobistisch dan die van de Fransen... Oldrich Lipský draait het genre door de gehaktmolen, een beetje zoals Vorlicek en zijn superhelden van "Who killed Jessie" (vertoond voor de tiende verjaardag van Nova). Gebruik van filters en tekeningen op pellicule, doorgedreven burleske, absurde product placement, belachelijk maken van de viriliteit en het genre, afwijkende muziek, een verdorven moraal, versnelde actiescènes, kritiek op de consumptiemaatschappij, door-en-door slechteriken, een permanente heruitvinding en een teugelloos ritme maken er een hilarisch totaalspektakel van. De zéér stereotype personages worden tot aan het uiterste van de logica gedreven; zij zijn de interne drijfveren van het verhaal zonder dat de onderdelen ervan het geheel verraden, in een dynamiek die de geamuseerde en gewillige toeschouwer van de sokken blaast om hem dan in een staat van ontreddering maar klaarwakker de zaal te laten verlaten.