Synopsis
Eind jaren 70 gaan Vincent Blanchet en André Van In gedurende een 16-tal maanden filmen in Geel, een gemeente op 45 km van Antwerpen, waar een aantal geesteszieken zonder verplichting in gezinnen geïntegreerd zijn en er onbevooroordeeld hun dagdagelijks leven delen. Sinds de 13e eeuw is het een traditie van religieuze oorsprong (Sint-Dympna is de patroonheilige van de krankzinnigen) om zwakzinnigen te onthalen. Dit onthaal neemt de vorm aan van een therapeutische ontmoetingsplaats, de "open door" zoals dat heet in het jargon. In 1978 leeft Geel nog steeds op het ritme van deze mensen, die in de loop der jaren een beetje zoals de kinderen van de bewoners geworden zijn, hun vrienden, boerderijhulp of oppas. Ze steken een handje toe op de boerderij en nemen hun plaats in binnen het landschap. De inwoners van Geel staan niet meer verbaasd van de soms bizarre streken die ze uithalen. Geel slaat groen uit van al wie niet gelooft in het opnemen van mentaal zieken in familieverband, als volwaardig alternatief op de psychiatrische instellingen. Het fenomeen vond trouwens ook elders weerklank: in Italië maakte Franco Basaglia werk van een beleid voor maatschappelijke herintegratie van krankzinnigen, en dichter bij ons passen ook de gemeenschapshuizen van Peuls in het rijtje.