Synopsis
Roddy St James is een verwende huismuis die van zichzelf vindt dat hij het helemaal gemaakt heeft. Hij woont goed verzorgd in een prachtig ruim appartement in de deftige buurt Kensington, hij heeft een schitterende kooi (met fraaie tredmolen) en alle speelgoed die hij zich kan wensen. Roddy zit helemaal goed. Als de familie een paar dagen op vakantie gaat, heeft Roddy het rijk alleen in de deftige flat. Of, zoals hij het zelf zegt: 'Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.' Roddy neemt het ervan. In zijn eentje. Helemaal alleen. Hij vermaakt zich, maar beseft tegelijkertijd: dit is solovermaak.
Op een avond hoort hij een vreemd geluid in de keuken. Als een volleerd commando verkent Roddy de boel, en ontdekt hij dat er tot zijn ontzetting een vreemde muis via de waterleiding het huis is binnengedrongen! Een muis, ene Sid, die zulke harde boeren laat, dat Roddy's oren ervan beginnen te klapperen. Roddy moet snel van dit onderkruipsel af. Hij lokt Sid naar het toilet en zegt dat het een bubbelbad is. 'Als jij erin springt, laat ik wel even de belletjes komen door deze ene hendel over te halen,' zegt Roddy. Maar daar trapt Sid niet in. Sid is slimmer dan Roddy denkt en uiteindelijk wordt Roddy doorgespoeld. Hij komt in het Londense riool terecht, maar dat ziet er heel anders uit dan hij verwacht had. En eruit komen blijkt een tikkie moeilijker te zijn dan hij dacht. Daarbij komt dat Roddy nogal last heeft van de gemene plannetjes van die dictator van het riool, de vette pad Toad.