Synopsis
De debuut film van Lodge Kerrigan is een minimalistisch meesterwerkje dat ons meevoert op een helletocht door de psyche van een schizofrene man, op zoek naar zijn dochter nadat hij uit een instelling is ontslagen. Net zoals in zijn latere, meer bekende films, "Claire Dolan" en "Keane", schetst de regisseur een compromisloos portret van een eenzame, marginale en (mentaal) afwijkende figuur. Ook hier is de beeldvoering sober maar niet afstandelijk. Integendeel, Kerrigan zit op de huid van zijn personages en dwingt de kijker letterlijk tot empathie. Op briljante wijze zet hij geluid en beeld naar zijn hand om de toeschouwer in een angstaanjagende mentale subjectiviteit onder te dompelen. Hij vertaalt manifestaties van schizofrenie zoals auditieve hallucinaties, pijnlijke alertheid voor stimuli, en oncontroleerbare impulsen in een grimmige en heldere beeldtaal, waarbij hij gebruik maakt van subjectief sounddesign, visuele abstracties, narratieve discontinuïteit en experimentele avant-garde technieken. Het resultaat is ronduit ijzingwekkend, sommige sequenties zijn pure horror zonder daarom sensationeel te zijn. Deze alchemie van klinisch detail en rauwe poëzie, plaatst Kerrigan bovendien in de politieke dimensie van de vergeten industriële grijszones van een minimum-wage Americana, waarbij het hem meer over de onbestendigheid van het gezonde verstand in een meedogenloze, bruuskerende moderne wereld dan over de waanzin zelf te doen is.