Synopsis
De schilder staat voor andere uitdagingen bij het vinden van zijn 'beelden' dan de vorige generatie abstracte schilders. De materie en de geste zijn niet meer 'hot', wel de communicatie van de gedachte (van de stilte?). Hij is eerder iemand die anders dan de gewone mens, de gave bezit om zich los te maken van het werkelijke zijn. De kunstenaar is als Oedipus onderweg: blind en eenzaam. Zo wordt schilderen een moeizame ontsluiering van het onzichtbare (onzegbare). Philippe Vandenberg gebruikt een metafoor: hij is de bootsman die een rivier oversteekt naar de onbekende oever en daar moet hij – geduldig wachtend – alert zijn en lucide tot het schilderij komt. Als hij het al herkent, keert hij terug met een al of niet 'gelukt' schilderij. De film registreert de steeds wisselende periodes van deze kunstenaar, die in staat is zichzelf op te offeren om de eer aan zijn werk te laten. De schilder is wel ambitieus maar blijft nederig, niet hij triomfeert, maar wel zijn oeuvre. (JV)