Bollie en Billie, De smurfen, De Marsupilami, Dokus de Leerling… op de opmerkelijke uitzonderingen van de Astérix van Chabat en van Kuifje van Spielberg na, leidde de overstap van de populaire stripverhalen uit de Frans-Belgische school naar het grote doek, in het slechtst denkbare geval, tot cynisch-commerciële producten… films die de geest van het oorspronkelijke werk geweld aandeden.
De bewerking van Lou door Julien Neel werd als de Messias verwacht door flink wat adolescenten… en door niet minder volwassenen, die gewonnen zijn voor de intelligente teksten en de gevoeligheid van deze generaties-overschrijdende serie. Het goede nieuws is dat Neel erin slaagt om de kleurrijke wereld van zijn werk grafisch over te brengen en de toon te behouden van de familiale, amoureuze en existentiële perikelen van Lou en haar onvolwassen moeder – een toon die zowel grappig is als zachtjes bitter. Het slechte nieuws is dat tal van scènes worden verknoeid door de sturing van een aantal acteurs die we – om niet te hard te zijn voor sommige kind-acteurs – kunnen omschrijven als behoorlijk ontoereikend.
En bij de volwassenen redt alleen Kyan Khojandi (het “ik-personage” uit de serie Bref) zich echt uit de brand, omdat hij zo ontwapenend gemoedelijk is. Wat uiteindelijk nog overblijft is een wankele maar eerlijke en sympathieke film die de fans ongetwijfeld zullen appreciëren.