Er is niets verkeerd mee om jongvolwassen kankerpatiënten een hart onder de riem te steken of om het publiek duidelijk te maken wat die tieners voelen. In The Fault in our Stars proberen de filmmakers en de schrijver het publiek deelachtig te maken van de eerste grote romance van doodzieke Hazel en de pijn die ze zal moeten doorstaan bij het beleven van die liefde.
Mooi, alleen heeft wat je op het scherm ziet niets te maken met het echte leven. The Fault of our Stars is zoals een iets complexere versie van Love Story, een melodrama dat uitsluitend de traanklieren van de toeschouwers wil masseren. En daar zijn alle middelen goed voor. Zoals het aanvoeren van een massa clichés en onzin. Zo mogen de gedoemde geliefden van een laatste avondmaal genieten in de sprookjesversie van Amsterdam (met een seniele kelner als extra) en deelt de heldin daar op de meest schaamteloze manier het lijden van Anne Frank (voor Amerikanen bestaat A'dam uit wiet, hoeren, Van Gogh en Anne Frank). En dan heb je de immer geduldige en perfecte ouders waarvan je vermoedt dat ze eigenlijk Terminators zijn én de Christopher Mintz-Plasse-versie van de doodzieke ‘best friend’.
Enig lichtpunt komt van Willem Dafoe, als een verbitterde schrijver. Meteen het eerste en enige menselijke personage dat je in deze film aantreft.