Op de keper beschouwd kan je moeilijk een meer geschikte openingsfilm voor het festival van Cannes verzinnen dan Grace of Monaco. Het prinsdom waar het verhaal zich afspeelt, ligt nog geen uur verderop langs de Azurenkust.
Het titelpersonage was midden jaren ’50 een graag geziene gast in Cannes en leerde er ook haar latere echtgenoot Prins Rainier kennen. Als je de affiches van het festival bekijkt, weet je dat de organisatoren dol zijn op ouderwetse glamour. En door de film op de affiche te zetten, haalden ze ook nog eens hedendaagse glamour over de vloer.
Een echt goeie film was de kers op de taart geweest, maar dat blijkt te veel gevraagd. Olivier Dahan, de regisseur die zichzelf in de schijnwerpers werkte met zijn irritante Piaf-biografie La môme / La vie en rose, blijft steken bij een veredelde tv-film die begint als een ongeïnspireerd tweederangssprookje en eindigt als een amusante fait divers. Van de emotionele transformatie die de makers in de gedachten hebben, komt weinig in huis.
Het zegt genoeg dat ze zich voortdurend moeten bedienen van dialogen die elk gevoel van naaldje tot draadje uitleggen om duidelijk maken wat er aan de hand is.