"De liefde kent geen grenzen" luidt het gezegde. Maar is dat ook zo als het om sociale grenzen gaat?
De nieuwe film van Lucas Belvaux tekent subtiel de scheidingslijnen - sociale klasse en opvoeding - die twee geliefden ervan weerhouden om openlijk uit te komen voor hun liefde. Hij is professor filosofie, afkomstig van de Parijse bourgeoisie. Zij is een kapster in Arras. Ze worden tot elkaar aangetrokken, houden van elkaar, praten met elkaar. Ze laten elkaar kennismaken met het milieu waar ze in thuishoren, met de boeken die ze lezen, hun hobby's, met nieuwsgierigheid maar soms ook met weerstand en onbegrip.
Pas son genre ontrafelt het mechanisme van een onmogelijke liefde in deze moderne tijden en stelt op nogal fatalistische wijze vast dat de liefde misschien wel blind is, maar slechts moeilijk zijn weerspiegeling verdraagt in de ogen van anderen. Belvaux gebruikt veel close-ups voor zijn personages en brengt hun emoties en twijfels met zachtheid en empathie tot leven. Loïc Corbery is perfect. Maar het is Emilie Dequenne die letterlijk het scherm in beslag neemt en ons omver blaast, als vrijgevochten vrouw die vastzit in het beeld dat haar kapperstatuut van haar projecteert.
Haar gezicht dat tegelijkertijd straalt van levenslust en overvloeit van droefheid, wanneer ze "I Will Survive" zingt van Gloria Gaynor, zal u achtervolgen nog lang nadat u uit de bioscoop bent.