Waar La grande Bellezza over Rome (en de Dolce Vita) handelde, gaat Youth vooral over de kunst die je ooit hebt geschapen.
Bij wijze van illustratie staan twee oude vrienden in een kuuroord (een eerste verwijzing naar Otto e Mezzo) tegenover mekaar: een componist (een geweldige Michael Caine) die geen opdracht meer wil aannemen en een regisseur (Harvey Keitel) die kost wat kost nog een laatste film wil maken. Terwijl ze obstakels nemen om hun doel te bereiken, worden ze geconfronteerd met hun verloren jeugd. Vrouwen in het algemeen zijn natuurlijk ook essentieel in Youth (nog een element uit Otto e Mezzo), maar Sorrentino weet op dat vlak minder interessant uit de hoek te komen. Of hij voelt zich in die momenten het meest Fellini. Youth is in zijn totaliteit speels, contemplatief, satirisch, parodiërend en poëtisch, maar toch ook vederlicht en pretentieus. Waar La grande Bellezza nog indruk kon maken met het fantastisch camerawerk, kan Youth dat iets minder en voel je ook dat Sorrentino eigenlijk vooral een postmodernist is die zijn kracht haalt uit het persoonlijk herwerken van oude films.
Je hoopt dat de Italiaan nu eindelijk zijn Fellini-ei gelegd heeft, zodat hij kan beginnen aan iets wat origineler en meer diepgravend is. Want Youth biedt wel vorm, maar minder inhoud dan je wel zou denken.