Na zijn absolute meesterwerk Mr. Nobody ging Jaco helemaal minimalistisch, om dan terug te keren met een film die enigszins verrast. Verrast in de zin dat je iets had verwacht met een heel aparte structuur.
Maar Le tout nouveau Testament is relatief klassiek op structureel vlak (een anekdotische structuur), toch in vergelijking met Toto le Héros en Mr. Nobody. En inhoudelijk is het zijn meest toegankelijke film. Maar dat wil niet zeggen dat in deze film gelaagdheid ontbreekt. Onder een parodie van het Nieuwe Testament schuilt een heerlijke zwarte komedie over de jeugd en de vrouw die samen in opstand komen tegen het patriarchaat plus een filosofische tragikomedie over mensen die belangrijke beslissingen nemen omdat ze geconfronteerd worden met hun sterfelijkheid. In zekere zin vertelt Le tout nouveau Testament op een andere manier wat Toto le Héros ons meer dan 20 jaar geleden min of meer had verteld: dat je in het nu moet leven en in het moment het geluk moet zoeken. Maar in tegenstelling tot Toto ga je in Testament achteraf niet de bitterheid van een tragedie proeven, maar wel de vrolijkheid van een blijspel. Daar zorgt een geweldige climax wel voor. Maar zelf zij die het vertikken om dieper te kijken in wat misschien wel de beste Belgische komedie ooit is zullen achteraf moeten toegeven dat Jaco, de onwaarschijnlijke Benoît Poelvoorde en de rest van de geweldig cast hen een paar unieke momenten heeft bezorgd. Blijf overigens tot de laatste moment in de zaal: de beste grap moet nog komen.
De vierde grote bioscoopfilm van Jaco van Dormael is geen revolutionaire cinema zoals Mr. Nobody, maar wel een overheerlijk blijspel, en misschien wel de beste Belgische komedie ooit.