In 1967 maakte John Schlesinger zijn versie van Far from the madding Crowd, de klassieker van Thomas Hardy (Tess) met Julie Christie, Terrence Stamp, Alan Bates en Peter Finch in de hoofdrollen.
Er volgde nog een televisieproductie, maar de remake door Thomas Vinterberg is opnieuw een heuse bioscoopfilm. Wie de versie van Schlesinger niet zag, moet beslist die van Vinterberg zien, want ze is minstens zo goed, maar ook even klassiek. Dat laatste is op zich geen probleem, want het verhaal vraagt dat een beetje. De nieuwe cast is opnieuw uitstekend, behalve dan dat Carey Mulligan iets geloofwaardiger is dan de wat te glamoureuze Julie Christie. Zeer interessant, en intrigerender dan Alan Bates zaliger, is de heel stille en intense vertolking van Matthias Schoenaerts als de boer die alles verliest en toch het morele centrum van de film wordt. Ook Michael Sheen is zeer degelijk in de Peter Finch-rol. Vinterberg brengt het verhaal tot leven zonder het te forceren of nodeloos modern te doen. Interessant aan het verhaal is vooral het vreemde feminisme.
In de zin dat onder die feministische laag toch nog een conservatief laagje zit. Want uiteindelijk heeft het hoofdpersonage toch nog een man nodig om ‘gered’ te worden, een goede man, maar toch nog een man.