'L’année prochaine' toont ons hier een vluchtige glimp van Vania Leturcq’s potentieel om eenvoudige, alledaagse verhalen te vertellen. Nochtans, het bekijken van haar eerste langspeelfilm laat ons met een zekere honger achter, en dat is te wijten aan een constructiefoutje in de narratief die niet voldoende evenwichtig is.
Het eerste deel van de film is ook direct het meest interessante deel : ze schetst een portret van twee adolescente dorpsmeisjes, aan elkaar gelinkt door een fusionele vriendschap, die naar Parijs trekken voor hun studies, de één om filosofie te gaan studeren, de ander teken- en kunstschool. Ze toont ons deze twee sterke en vertederende persoonlijkheden, hun familiale context en de dorst naar ervaringen die hen beiden linkt. Maar eens de personages in Parijs aankomen hecht de Belgische regisseuse minder aandacht aan hun relatie dan aan hun individueel lot, en ze toont ons pas heel laat de mogelijke obstakels die hun relatie op het spel kunnen zetten. Men moet wachten tot het derde deel van de film vooraleer de thematische opzet duidelijk wordt, en dat gebeurt op een eerder bruuske manier.
Maar de interesse van de toeschouwer is op dat ogenblik al wegeëbd. Ondanks een soms onevenwichtige regie slagen actrices Constance Rousseau en Jenna Thiam er toch in de film stevig te dragen op hun mooie schouders.