Goeie satire zegt waar het op staat, prikt waar het pijn doet en neemt geen gijzelaars. Dat geldt zeker ook voor Turist, een film die er op het eerste gezicht nochtans niet uitziet als een komedie. Regisseur Ruben Östlund heeft dan ook zijn eigen signatuur ontwikkeld, een gestileerde vertelstijl die tamelijk afstandelijk aanvoelt maar waar je ook je ogen niet van kan afhouden.
In Turist, zijn beste film tot op heden, vindt hij bovendien het ideale onderwerp. Het Zweedse gezin dat hier een paar dagen komt skiën in de Franse Alpen oogt bijzonder herkenbaar, alsof het uit een modeblad is gestapt. Onder dat schijnbaar perfect oppervlak sluimeren echter allerlei spanningen. Die etterbuil barst open wanneer vader Tomas op een bepaald moment in een oncontroleerbare reflex zijn ware aard laat zien. Plots kan Tomas geen kant meer uit en begint hij zich te gedragen als een dier in het nauw. En hoe meer hij zich verweert, hoe zieliger het wordt.
Östlund lacht zijn personages nooit uit, maar het is duidelijk dat hij zijn publiek een strenge en niets verbloemende spiegel wil voorhouden.