John Carpenter ging naar verluidt een gangsterversie van Unforgiven maken, over een voormalige huurdoder die de wapens opneemt om een vrouw te wreken.
Die premisse heeft waarschijnlijk de interesse opgewekt van enkele bekende namen (Willis, Cusack, Patrick). Maar het kan ook zijn dat het Taken-concept het project aantrekkelijk maakte. Wat Carpenter ook heeft willen doen, de film gemaakt door Brian A. Miller lijkt veel meer op een exploitation-versie van Hardcore (1979) van Paul Schrader. De nevenplot met de relatie tussen de vader en de vriendin werd grotendeels overgenomen. Maar de calvinistische vader is nu zoals in Unforgiven of Taken een voormalige professionele killer geworden. Wat leidt tot enkele sadistische en monotone shootouts. Met de gruwelijke, maar gefundeerde bloedbaden in Hardcore en Taxi Driver heeft die gewelddadige derde act van The Prince dus niets te maken. De personages werden immers ontdaan van interessante karakteristieken en het project wil vooral actieliefhebbers naar de zaal lokken. Maar die actiefans moeten de lat hier wel heel laag leggen.
En wat moet je tenslotte denken van een film waarin John Cusack zijn haar weigert te kammen, Bruce Willis de saaiste slechterik in jaren speelt en Jason Patrick vooral geen emoties probeert te tonen.