Door na het geweldige Tournée de meest erotische roman van het oeuvre van Georges Simenon te bewerken, verandert Amalric tegelijkertijd radicaal van styl en genre, terwijl hij toch binnen het thema van de striptease blijft. Terwijl Tournée de sensuele wervelvind van publiekelijk ontbloot vlees gebruikte om zijn personages te onthullen, ontkleedt La chambre bleue de zielen en toont het de kwelling van de geliefden wiens lichamen elkaar in het geheim ontmoeten, verstopt achter verstikkende gordijnen. Deze bourgeoisthriller, geregisseerd met een bijna klinische soberheid, weet een permanente spanning te creëren - het vierkante formaat van het beeld, strak en benauwend, speelt hier een rol in. Wat heeft Julien gedaan om in de gevangenis te belanden? En toch wordt er nooit iets uitgemelkt of uitgelegd. Amalric zorgt voor een ademloze vertelling van passie en dood dankzij een nerveuze montage en een voorbeeldige helderheid - en dat ondanks het feit dat het verhaal explosief is, zowel qua tijdsbestek als qua ruimtes (van de gekreukte lakens van de kamer naar het commissariaat over de rechtszaal). La Chambre bleue heeft ook veel van de fascinatie die hij opwekt te danken aan de vertolking van Stéphanie Cléau, bijzonder indrukwekkend als verliefde femme fatale. Met deze tweede film bewijst Amalric dat hij zonder enige twijfel een rasechte en getalenteerde regisseur is. En daar zijn er in Frankrijk niet te veel van...